ECLI:NL:RBDHA:2018:13205
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een verzoek om voorlopige voorziening inzake verblijfsvergunning als zelfstandige
Op 19 oktober 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een Turkse verzoeker en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning als zelfstandige, maar deze aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris. De voorzieningenrechter oordeelde dat de verzoeker onvoldoende documenten had overgelegd om zijn aanvraag te onderbouwen. Tijdens de zitting was de verzoeker aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk, terwijl de verweerder niet aanwezig was. De voorzieningenrechter heeft onmiddellijk na sluiting van het onderzoek op de zitting mondeling uitspraak gedaan, waarbij hij de verzoeker meedeelde dat tegen de uitspraak geen beroep openstond.
De voorzieningenrechter heeft in zijn motivering aangegeven dat de aanvraag van de verzoeker niet voor advies aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RvO) hoefde te worden voorgelegd, omdat de verzoeker niet voldoende onderliggende stukken had ingediend. De voorzieningenrechter benadrukte dat de beoordeling van de aanvraag niet inhoudelijk was, maar dat verweerder enkel had beoordeeld of de aanvraag voldoende was onderbouwd. De voorzieningenrechter concludeerde dat de verzoeker niet had aangetoond dat zijn ondernemingsplan voldeed aan de vereisten en dat er een gebrek aan markt- en concurrentieanalyse was.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter het beroep van de verzoeker op het gelijkheidsbeginsel verworpen, omdat de verzoeker niet had aangetoond dat zijn situatie vergelijkbaar was met die van andere Turkse zelfstandigen. De voorzieningenrechter kwam tot de conclusie dat het bezwaar van de verzoeker geen redelijke kans van slagen had en wees het verzoek om voorlopige voorziening af. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van griffierecht.