Uitspraak
Rechtbank den haag
- [belanghebbende]de onder curatele gestelde (hierna ook de curandus) en
- [belanghebbende], de vader van de curandus.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de verzoeker, die als curator is aangesteld, een wrakingsverzoek ingediend tegen de kantonrechter mr. M.T. Nijhuis. De verzoeker heeft meermalen aangegeven zijn taak als curator te willen neerleggen, maar ontving geen antwoord op zijn brieven. Dit leidde tot het wrakingsverzoek, dat zuiver procedureel was, aangezien de verzoeker geen persoonlijke vooringenomenheid van de kantonrechter meende te ervaren. De wrakingskamer heeft het verzoek afgewezen, omdat er geen gronden voor de wraking zijn gesteld. De kantonrechter heeft in haar schriftelijke reactie aangegeven dat de problemen van de curator bij de inhoudelijke behandeling van de curatele aan de orde kunnen worden gesteld, en dat het middel wraking niet bedoeld is voor de situatie van de verzoeker. De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat er geen objectieve gronden zijn voor de indruk van partijdigheid en heeft het verzoek tot wraking afgewezen. De behandeling van de hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.