Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] ,
Procesverloop
Overwegingen
e standstill-bepaling
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser, een Turkse nationaliteit, een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met als doel arbeid als zelfstandige in Nederland. De rechtbank heeft eerder een beslissing op bezwaar van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid vernietigd, omdat deze onvoldoende had onderbouwd dat eiser niet voldeed aan de documentatievereisten voor een adviesaanvraag bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RvO). Na deze uitspraak heeft de staatssecretaris het advies van de RvO ingewonnen, dat negatief was. De RvO concludeerde dat de werkzaamheden van eiser geen wezenlijk Nederlands belang dienden en dat zijn bedrijf niet levensvatbaar was. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn aanvraag, waarbij hij aanvoerde dat de RvO een strengere toetsingsmaatstaf hanteerde dan voorheen en dat dit in strijd was met het gelijkheidsbeginsel en de standstill-bepaling. De rechtbank oordeelde dat er geen concrete aanknopingspunten waren voor twijfel aan het advies van de RvO en dat de staatssecretaris zich op dit advies mocht baseren. De rechtbank verwierp ook de argumenten van eiser over de toetsingsmaatstaf en het gelijkheidsbeginsel, omdat de adviezen van de RvO betrekking hadden op verschillende periodes en branches. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af.