ECLI:NL:RBDHA:2018:11744
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag uitstel van vertrek op basis van medische omstandigheden en de reikwijdte van het begrip 'medische noodsituatie'
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 september 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een Ethiopische vrouw, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had een aanvraag ingediend voor uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000, welke aanvraag door de Staatssecretaris was afgewezen. De rechtbank heeft de afwijzing van de aanvraag beoordeeld in het licht van de medische situatie van eiseres, die lijdt aan depressieve klachten en systeemproblematiek. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris zich op het advies van het Bureau Medische Advisering (BMA) mocht baseren, waarin werd gesteld dat eiseres in staat was om te reizen, mits zij onder begeleiding stond van een psychiatrisch verpleegkundige. Eiseres betwistte de juistheid van het BMA-advies en stelde dat er bijzondere omstandigheden waren die uitstel van vertrek rechtvaardigden, waaronder de gezinssituatie en de interpretatie van de term 'medische noodsituatie'. De rechtbank oordeelde echter dat er geen aanleiding was om prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie en dat de beroepsgrond van eiseres niet slaagde. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en gaf geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.