Op 22 augustus 2017 heeft de Rechtbank Den Haag een vonnis uitgesproken in een kort geding tussen de eiseres, Sabon Shel Pa'am Industries Ltd., en de gedaagde, Orion Retail BV, die niet is verschenen. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.J. Verbeek, vorderde een verbod op inbreuk op haar merkrechten, waaronder Uniemerken en Beneluxmerken, en een proceskostenvergoeding. De voorzieningenrechter oordeelde dat hij bevoegd was om kennis te nemen van de vorderingen, aangezien de gedaagde in Nederland is gevestigd. De eiseres stelde dat er sprake was van een voortdurende en dreigende inbreuk op haar merkrechten, wat de spoedeisendheid van de zaak onderstreepte.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de vorderingen van eiseres gegrond zijn en heeft de gedaagde bevolen om binnen twee dagen na betekening van het vonnis iedere inbreuk op de merkrechten te staken. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van een dwangsom voor iedere overtreding. De proceskosten zijn begroot op € 6.766,21, en de gedaagde is veroordeeld in deze kosten. De termijn voor het instellen van een hoofdzaak is vastgesteld op zes maanden na de uitspraak. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bedrijven om zorgvuldig om te gaan met merkrechten en de gevolgen van inbreuk hierop. De voorzieningenrechter heeft de zaak als een eenvoudige zaak aangemerkt, ondanks de buitenlandse status van de eiseres, en heeft de kosten op basis van de geldende indicatietarieven vastgesteld.