ECLI:NL:RBDHA:2017:8134
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag wegens onvoldoende functioneren van een ambtenaar en de rol van medische oorzaken
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 juli 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een ambtenaar, en de Directeur-Generaal van de Statistiek van het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS). Eiseres was sinds 1 februari 1981 in dienst en had de functie van medewerkster bedrijfsvoering. Op 11 mei 2016 verleende de verweerder haar eervol ontslag per 1 juli 2016, gebaseerd op artikel 98, eerste lid, aanhef en onder g, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR) wegens onbekwaamheid en/of ongeschiktheid. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres in de jaren voorafgaand aan haar ontslag meerdere keren was gewezen op haar onvoldoende functioneren, met name op het gebied van gestructureerd werken en automatiseringskennis. Ondanks aangeboden cursussen heeft zij deze niet afgerond, deels door ziekte. Eiseres betwistte de onderbouwing van haar ontslag en stelde dat verweerder onvoldoende had onderzocht of er medische oorzaken waren voor haar functioneren. De rechtbank oordeelde dat verweerder voldoende had aangetoond dat eiseres niet voldeed aan de functioneringseisen en dat er geen aanwijzingen waren dat haar ongeschiktheid verband hield met ziekte. De rechtbank concludeerde dat eiseres geen kans tot verbetering was onthouden en verklaarde het beroep ongegrond.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor werkgevers om ambtenaren de kans te geven om hun functioneren te verbeteren, maar ook dat ontslag op andere gronden dan ziekte mogelijk is als er voldoende bewijs is van ongeschiktheid. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd en de uitspraak is openbaar gemaakt.