Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 30 december 2016 in de zaken tussen
Procesverloop
Overwegingen
.Het eerste middel faalt derhalve.”
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 januari 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een organisatie voor personeelsvoorzieningen en vacatures, en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiseres had voor de jaren 2011 tot en met 2013 naheffingsaanslagen loonheffingen ontvangen, waarbij de inspecteur stelde dat eiseres ten onrechte afdrachtvermindering onderwijs had toegepast voor een maatwerkopleidingstraject. De rechtbank heeft vastgesteld dat de werknemers van eiseres deelkwalificaties van een crebo-erkende beroepsopleiding hebben gevolgd en dat deze deelkwalificaties voor ten minste 60% uit beroepspraktijkvorming bestaan. De rechtbank oordeelde dat de eis van de inspecteur, dat de volledige beroepspraktijkvorming van de gehele opleiding moest worden gevolgd, niet juist was. De rechtbank vernietigde de naheffingsaanslagen en de beschikkingen heffings- en belastingrente, en verklaarde de beroepen van eiseres gegrond. Tevens werd de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.240. De uitspraak is openbaar gemaakt op 30 december 2016 en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.