ECLI:NL:RBDHA:2017:5114
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublin-overdracht van Nigeriaanse vreemdeling met risico op refoulement
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 mei 2017 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Nigeriaanse vreemdeling, eiser, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen op basis van de Dublinverordening, omdat Italië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij betoogde dat hij risico loopt op (indirect) refoulement naar Nigeria, waar hij te vrezen heeft voor de Black-Axe beweging, die zijn familie in Nigeria heeft vermoord en hem zelf heeft mishandeld.
De rechtbank heeft overwogen dat verweerder op grond van het interstatelijk vertrouwensbeginsel in beginsel mag uitgaan van de goede werking van het Italiaanse asiel- en opvangsysteem. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat er ernstige tekortkomingen zijn in de asielprocedure en opvang in Italië. De rechtbank heeft vastgesteld dat de door eiser overgelegde krantenartikelen over de Black-Axe beweging niet relevant zijn voor de beoordeling van de asielprocedure in Italië. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de bijzondere omstandigheden van eiser niet maken dat de overdracht aan Italië van een onevenredige hardheid getuigt.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Eiser kan binnen een week na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.