Uitspraak
1.Verloop van de procedure
- [Verzoeker], bijgestaan door mr. C.I. Zaad, waarnemend voor mr. De Boorder, en vergezeld van R.A. Holtkamp en H. Bakenes
- mr. B.F. van Noort, curator,
- [Y], vertegenwoordigd door [y], bijgestaan door mr. M.M.E. van Veen-Oudenaarden.
2.De beoordeling
17 maart 2017 is vermeld, zich ook in het handelsverkeer feitelijk heeft gedragen als vennoot door in 2016 een pachtovereenkomst te ondertekenen die is gesloten tussen de vof en de huidige exploitant van een Grieks restaurant, waarbij de vof is vertegenwoordigd door haar vennoten, de heer [medevennoot] en [verzoeker]. Door zich aldus te gedragen en door na te laten haar inschrijving in het handelsregister als vennoot te beëindigen is bij [Y] het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt dat hij zaken deed met de in het handelsregister ingeschreven vennoten. Dit maakt dat [verzoeker] aansprakelijk is voor de door de vof aangegane financiële verplichtingen in de periode dat zij als vennoot stond ingeschreven in het register. Dat [verzoeker] niet op de hoogte was van haar inschrijving als vennoot in het handelsregister dient voor haar eigen rekening en risico te blijven. De conclusie is dan ook dat summierlijk van het vorderingsrecht van [Y] op [verzoeker] is gebleken.