ECLI:NL:RBDHA:2017:3505
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag eenmalige uitkering op grond van de Uitkeringsregeling Backpay voor erfgenamen van KNIL-militairen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 april 2017 uitspraak gedaan over de afwijzing van een aanvraag voor een eenmalige uitkering op grond van de Uitkeringsregeling Backpay. Eiseres, de dochter van een overleden KNIL-militair, had een aanvraag ingediend voor een uitkering die bedoeld is als morele compensatie voor niet uitbetaalde salarissen tijdens de Japanse bezetting. De regeling is van toepassing op ambtenaren en militairen die op 15 augustus 2015 nog in leven waren. Aangezien de vader van eiseres voor deze peildatum was overleden, werd de aanvraag afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de gekozen peildatum niet onredelijk was en dat er geen strijd was met het gelijkheidsbeginsel. Eiseres voerde aan dat de regeling discriminerend was, maar de rechtbank stelde vast dat de regeling geen wettelijke grondslag had en dat de overheid een grote mate van vrijheid toekomt bij het vaststellen van dergelijke regelingen. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag op goede gronden was gedaan en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt de complexiteit van de Indische kwestie en de lange geschiedenis van erkenning en genoegdoening voor de betrokkenen.