ECLI:NL:RBDHA:2017:2825

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
24 maart 2017
Publicatiedatum
23 maart 2017
Zaaknummer
C/09/526850 / KG ZA 17-186
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige uitlatingen door BKR jegens Dynamiet in kort geding

In deze zaak heeft Dynamiet Nederland B.V. BKR in kort geding gedagvaard, stellende dat BKR onrechtmatig heeft gehandeld door zich negatief uit te laten over Dynamiet in de uitzending van het consumentenprogramma Radar op 16 januari 2017. Dynamiet vorderde rectificatie van deze uitlatingen. De voorzieningenrechter oordeelde dat BKR niet onrechtmatig heeft gehandeld. De rechter concludeerde dat de uitlatingen van BKR, gedaan in het kader van een consumentenprogramma, niet specifiek gericht waren tegen Dynamiet en dat BKR voldoende ruimte had om haar standpunt te verwoorden. Bovendien was Dynamiet niet verschenen in de uitzending om haar standpunt toe te lichten, wat de context van BKR's uitlatingen beïnvloedde. De voorzieningenrechter oordeelde verder dat Dynamiet niet had aangetoond dat de uitlatingen van BKR onrechtmatig waren, en dat de vorderingen tot rectificatie daarom niet voor toewijzing in aanmerking kwamen. De kosten van de procedure werden aan Dynamiet opgelegd, aangezien zij in het ongelijk werd gesteld.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team Handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/526850 / KG ZA 17-186
Vonnis in kort geding van 24 maart 2017
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Dynamiet Nederland B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Zoetermeer,
eiseres,
advocaat mr. E.J. Bink te Amsterdam,
tegen:
de stichting
Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR),
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Tiel,
gedaagde,
advocaat mr. E.W. Jurjens te Amsterdam.
Partijen worden in het navolgende ‘Dynamiet’ respectievelijk ‘BKR’ genoemd.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit de dagvaarding met producties en de akte overlegging producties, de conclusie van antwoord met producties en de mondelinge behandeling van de zaak op 10 maart 2017, bij welke gelegenheid van beide zijden pleitnotities zijn overgelegd en vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
2.1.
Omtrent BKR is in artikel 2, sub 1 en 2, van het Algemeen Reglement CKI (waarover meer in het navolgende), versie januari 2017, het volgende opgenomen:
“Het doel van BKR is het bevorderen van een maatschappelijk verantwoorde financiële dienstverlening.
BKR wil consumenten behoeden voor overkreditering en andere financiële problemen (problematische schuldsituaties). Daarnaast levert BKR voor haar zakelijke klanten een bijdrage aan het beperken van de financiële risico’s bij kredietverlening en aan het voorkomen en bestrijden van misbruik en fraude”.
2.2.
BKR registreert de in Nederland verstrekte kredieten. Dat doet zij in het zogeheten Centraal Krediet Informatiesysteem (hierna: CKI), waarin gegevens over aan consumenten verstrekte kredieten (ook wel: positieve BKR-registratie) en daarmee samenhangende betalingsachterstanden en/of bijzonderheden (ook wel: negatieve BKR-registratie) staan geregistreerd.
2.3.
Dynamiet staat als juridische dienstverlener personen tegen betaling bij in hun pogingen om registratie van hun kredietgeschiedenis uit het CKI te (doen) verwijderen.
2.4.
BKR heeft ter uitvoering en implementatie van het aan haar toevertrouwde beheer van het stelsel van kredietregistratie het Algemeen Reglement CKI opgesteld (hierna ‘het Reglement’).
2.5.
Om te achterhalen of en met welke gegevens personen staan geregistreerd in het CKI kunnen zij bij BKR verzoeken om een overzicht van de op hen betrekking hebbende persoons- en kredietgegevens, inclusief eventuele achterstandscoderingen, bijzonderheden en herstelcoderingen, die in het CKI geregistreerd staan. Na het verkrijgen van inzicht kan de betrokkene bij de kredietverstrekker die zijn gegevens in het CKI heeft laten registreren een verzoek doen tot correctie of verwijdering van deze gegevens of bezwaar maken tegen de verwerking van deze gegevens vanwege ‘bijzondere persoonlijke omstandigheden’.
2.6.
Na ontvangst van een verzoek als vorenbedoeld zal de kredietverstrekker overgaan tot beoordeling daarvan en de betwiste gegevens uit het CKI doen verwijderen als deze feitelijk onjuist zijn. Dat kan aan de orde zijn, wanneer er geen overeenkomst tot stand gekomen is of er feitelijk nooit sprake is geweest van een betalingsachterstand of er geen reden was voor registratie van een bijzonderheidscode of herstelcode. Verwijdering kan ook het resultaat zijn van een hernieuwde belangenafweging, op basis van nadere informatie, zijnde de ‘bijzondere persoonlijke omstandigheden’ die de consument daartoe naar voren heeft gebracht.
2.7.
In het geval de kredietverlener een verzoek als vorenbedoeld niet wil inwilligen kan de betrokkene daarover een klacht voorleggen aan de Geschillencommissie van BKR. Daarnaast is het mogelijk bij de rechtbank een verzoekschrift in te dienen met als inzet het dwingen van een kredietverstrekker tot aanpassing c.q. verwijdering van een registratie in het CKI.
2.8.
Het televisieprogramma Radar heeft in de uitzending van maandag 16 januari 2017 aandacht besteed aan Dynamiet en aan de mogelijkheid en wenselijkheid om registraties bij BKR te (laten) verwijderen. In de uitzending is ook BKR, bij monde van haar bestuurder [bestuurder] , aan het woord geweest in een gesprek dat voor de uitzending was opgenomen. [bestuurder] verklaart in de uitzending onder meer zoals onder de navolgende hoofdletters wordt geciteerd:
A. “Kredietverstrekkers zijn bij wet verplicht om verstrekte kredieten bij BKR aan te melden, maar ook aan te melden op het moment dat daar achterstanden zich in voordoen.”
B. “Een bank is in staat om te zeggen ‘we hebben een foutje gemaakt, dus wij verwijderen het’ maar een bank kan niet zeggen van ‘dit klopt, dit is allemaal helemaal terecht wat hier staat, maar toch ga ik het verwijderen’ want een bank voldoet dan niet aan zijn wettelijke verplichting.”
C. op de vraag of het mogelijk is ‘dit’ te schrappen antwoordt [bestuurder] : “Nee, nee, laat ik het zo zeggen, als iedereen aan zijn plicht voldoet en aan zijn wettelijke plicht voldoet dan kan dit niet geschrapt worden.”
2.9.
Ten behoeve van voormelde uitzending heeft Dynamiet in de brief van 13 januari 2017 schriftelijk haar zienswijze gegeven aan Radar, welke brief op de website van Radar is geplaatst. Ook BKR heeft op de website van Radar haar zienswijze geplaatst. BKR reageert daarin zowel op de uitzending als op de zienswijze van Dynamiet, zoals weergegeven in de brief van 13 januari 2017. In deze reactie laat BKR zich onder meer uit zoals onder de navolgende hoofdletters wordt geciteerd:
D. “Zoals Dynamiet Nederland aangeeft in haar brief van 13 januari aan AvroTros, is dit bedrijf in 2012 opgericht naar aanleiding van een uitspraak van de rechter op 9 september 2011. In deze uitspraak werd een kredietverstrekker door de Rechter bevolen om een eerder verrichte achterstandsregistratie bij BKR ongedaan te maken. Het betrof hier echter een hele specifieke uitspraak, waarbij het duidelijk was dat de registratie, gezien de specifieke situatie, onterecht was.
(...)
Bijlage I
(...)
De rechter heeft geoordeeld dat de kredietverstrekker een aantal fouten heeft gemaakt waardoor de registratie onterecht was. Volgens het reglement van BKR, spreken we technisch gezien over een terechte registratie, maar voor iedereen is duidelijk dat deze registratie onterecht is.”
E. “Dynamiet heeft geprobeerd op grond van de uitspraak van 9 september 2011 nieuwe uitspraken te verkrijgen om terechte registraties ongedaan te krijgen. Tot op heden is het Dynamiet niet gelukt om terechte registraties te verwijderen, wel heeft Dynamiet via de rechter fouten in de registratie aangekaart.”
F. “Doordat BKR kennis nam van vele klachten rondom de werkwijze van Dynamiet, gecombineerd met de mening van BKR dat Dynamiet niet in staat is om terechte registraties te verwijderen, heeft BKR doen bewegen om Dynamiet te manen om haar claim rondom het ‘verwijderen van terechte BKR registraties’ niet meer te gebruiken. Na weigering van Dynamiet, heeft BKR aan de rechter hierover een oordeel gevraagd. Voor nadere bijzonderheden over dit oordeel verwijzen wij naar bijlage II.
(…)
Bijlage II
Rechtbank Den Haag zaaknummer C/09/496190 / KG ZA 15-1407, d.d. 27-11-2015
BKR vraagt de rechter om Dynamiet te verbieden dat zij misleidende mededelingen doet rondom het verwijderen van ‘terechte’ registraties. In deze uitspraak oordeelt de rechter dat in reclame uitingen gewoonlijk gebruik gemaakt wordt van compact geformuleerde zinnen die de kern van hetgeen de reclamemaker wil communiceren weergeven. Daarnaast verwijst de rechter naar de in 2011 gedane uitspraak zoals omschreven in bijlage 1 en oordeelt daarmee dat het ooit is voorgekomen dat een terechte registratie is verwijderd.
BKR is van mening dat de woorden terecht en onterecht door elkaar lopen. Formeel gezien kan er sprake zijn van een terechte registratie op grond van het reglement van BKR, terwijl er dan tevens in de ogen van BKR sprake is van een onterechte registratie op grond van de feitelijke situatie en algemene maatschappelijke opvattingen. Op het moment dat Dynamiet zich bedient van de uitspraak “Wij verwijderen terechte registraties” kan dit weliswaar in strikt juridische zin juist in zeer uitzonderlijke gevallen juist zijn, maar zat in maatschappelijk opzicht de consument op het verkeerde been zetten. De rechter heeft in deze uitspraak ook geoordeeld dat als Dynamiet op haar website een beeld zou doen ontstaan, dat zij per definitie terechte registratie zou kunnen verwijde ren, dit beeld niet correct is. BKR vraagt zich af in hoeverre Dynamiet op dit moment voldoende duidelijkheid schept aan de consument op haar website alsmede in de contacten met consumenten.”
G. “Voorts neemt BKR kennis van het feit dat een consument rondom de claim ‘verwijderen van terechte BKR registraties’ een klacht heeft ingediend bij de Reclame Code Commissie. Dynamiet suggereert in haar brief aan AvroTros dat BKR hier achter zou zitten; wij verklaren dat BKR hier part noch deel aan had. De Reclame Code Commissie heeft overigens als volgt geoordeeld:”
2.10.
BKR heeft op 17 januari 2017 op haar website een bericht geplaatst over de uitzending van Radar. Daarin laat BKR zich onder meer uit zoals hieronder sub H. geciteerd:
H. “RADAR, schuldhulpverlening en BKR waarschuwen nadrukkelijk voor bedrijven die tegen hoge betaling beloven uw registratie te verwijderen!”
2.11.
Met ingang van 1 februari 2017 is in het Reglement onder artikel 14 het volgende opgenomen:
“10 Het is de zakelijke klant[vzr: de financiële instelling]
niet toegestaan om een contract, achterstand, herstelcode en/of bijzonderheidscodering uit CKI te verwijderen, tenzij er sprake is van:
a een onterechte registratie;
b een uitspraak van een rechter of een geschillencommissie als de Geschillencommissie BKR of KiFiD, voor zover de uitspraak strekt tot verwijdering van het contract of aanpassing van de achterstand, herstelcode en/of bijzonderheid”.
2.12.
Bij schrijven van 6 februari 2017 heeft Dynamiet BKR gesommeerd haar uitingen zoals gedaan in het programma Radar in de uitzending van 16 januari 2017, op de website van Radar en op de eigen homepage, te rectificeren. Aan die sommatie heeft BKR geen gehoor gegeven.
2.13.
Op 7 februari 2017 heeft BKR een persbericht doen uitgaan. In dit persbericht is onder meer opgenomen hetgeen hieronder sub I. wordt geciteerd:
I. “Stichting BKR heeft maatregelen genomen om te voorkomen dat kredietregistraties onterecht verwijderd kunnen worden. Dit borgt de zuiverheid van het wettelijke stelsel van kredietregistratie en is bovendien een duidelijk signaal aan bedrijven die claimen consumenten - tegen betaling van hoge kosten - van hun registratie te kunnen ‘bevrijden’.
Juridische druk
Stichting BKR verzorgt in Nederland het wettelijke stelsel van kredietregistratie. Er zijn bedrijven die claimen dat zij consumenten van hun terechte registratie afkunnen helpen. Hiervoor worden vaak zeer forse bedragen in rekening gebracht bij consumenten die per definitie in een financieel kwetsbare positie verkeren. Geldverstrekkers worden door dergelijke partijen juridisch en anderszins onder druk gezet om terechte registraties tóch te verwijderen. Eerdere signalen die BKR opving, zijn onlangs krachtig bevestigd door het consumentenprogramma Radar waaruit blijkt dat er heel veel klachten van consumenten zijn omdat zij veel geld betalen zonder resultaat.
2.14.
Vorenbedoeld persbericht van BKR bevat voorts de volgende passages:
Geschiedvervalsing
Een registratie is objectieve informatie over iemands betalingsverleden. [bestuurder] , bestuurder van stichting BKR, zegt: “Correcte informatie ‘wegpoetsen’ is geschiedvervalsing, waarvan de consument uiteindelijk de dupe wordt. Ook geldverstrekkers moeten kunnen vertrouwen op juiste en volledige informatie voordat zij een krediet of hypotheek aan een consument toekennen”.
Volledig beeld is van maatschappelijk belang
Stichting BKR benadrukt dat kredietregistratie ervoor zorgt dat kredietverstrekkers samen met de
consument een nog betere afweging kunnen maken bij de aanvraag voor een lening. Een toetsing bij BKR is voor kredietverstrekkers een hulpmiddel om die specifieke, individuele afweging te maken of het verantwoord is om krediet te verlenen. Indien kredietregistratie geen correct beeld meer geeft, omdat terechte registraties worden aangepast, kunnen consumenten in financiële problemen raken die mogelijk tot een problematische schuldsituatie leiden.
Mét achterstandsregistratie tóch krediet
De kredietverstrekker heeft de zorgplicht om een volledig beeld te verkrijgen rondom de financiële situatie van de consument. [bestuurder] : “Dit houdt in dat betalingsproblemen in het verleden moeten worden meegewogen, maar in beginsel geen reden ‘op zich’ zijn om geen krediet te verstrekken. Zo is het bijvoorbeeld ook mogelijk om bij herstelde achterstanden onder voorwaarden een NHG garantie te verkrijgen”. Andersom kan het ook geen reden zijn om wel krediet te verstrekken, door betalingsproblemen in het verleden niet mee te wegen, enkel en alleen omdat betalingsproblemen ten onrechte niet meer zichtbaar zijn in de kredietregistratie.
Verscherpt toezicht
Gezien het grote maatschappelijke belang, ziet BKR scherp toe op de juistheid van tussentijds aangepaste registraties en/of bijzonderheden. Zo dienen geldverstrekkers vanaf 1 februari een uitgebreide schriftelijke verklaring aan te leveren aan BKR, indien zij menen dat een registratie toch moet worden aangepast of verwijderd.
Consumentenwaarborg
Het kan voorkomen dat consumenten het niet eens zijn met hun registratie. Consumenten kunnen dan contact opnemen met hun kredietverstrekker. Komt de consument er met hen niet uit dan verwijst BKR naar de onafhankelijke en laagdrempelige Geschillencommissie. Uitgebreide informatie en een stappenplan is te vinden in de brochure op de website van BKR (www.bkr.nl)”.
2.15.
Na kennisname van de bezwaren van Dynamiet tegen de passages van de zienswijze van BKR zoals hiervoor geciteerd onder de hoofdletters E., F. en G. heeft BKR op 6 maart 2017 deze zienswijze op de website van Radar op een aantal punten “verduidelijkt”. BKR erkent daarbij dat Dynamiet inderdaad registraties ongedaan heeft gekregen via de rechter, dat bij het in november 2015 bij deze rechtbank gestarte kort geding de vorderingen van BKR niet zijn toegewezen (en dat de voorzieningenrechter in het vonnis van 27 november 2015 niets overweegt over het schetsen van een onjuist beeld door Dynamiet op haar website) en dat de beslissing van 26 november 2015 van de Reclame Code Commissie bij uitspraak van 2 februari 2016 door het College van Beroep in hoger beroep is vernietigd. BKR heeft Radar verzocht de betreffende delen van haar reactie op de website van Radar aan te passen. Op haar eigen website heeft BKR een link naar dit bericht geplaatst.

3.Het geschil

3.1.
Dynamiet vordert - zakelijk weergegeven - BKR te veroordelen
I. om een rectificatie te publiceren op haar website en deze rectificatie ook te doen uitgaan als persbericht;
II. om in een uitzending van Radar dan wel in een reclameblok rondom Radar-uitzendingen een rectificatie te tonen en voor te (laten) lezen;
III. om Radar te verzoeken de reactie op de site van Radar te vervangen door rectificerende teksten als hiervoor onder I. en II. bedoeld en alle verdere correspondentie met Radar terzake aan Dynamiet te verstrekken;
zulks op straffe van een dwangsom per dag dat BKR niet voldoet aan de veroordelingen naar aanleiding van het hiervoor gevorderde onder I en/of II en/of III en met veroordeling van BKR in de met nakosten en wettelijke rente te vermeerderen proceskosten.
3.2.
Daartoe wordt - samengevat - het volgende aangevoerd. BKR heeft zich in de citaten - zoals in het vorenstaande opgenomen onder de hoofdletters A. tot en met I. - misleidend en onjuist uitgelaten over Dynamiet en de dienstverlening die zij aanbiedt, zowel op televisie als op websites. Anders dan BKR publiekelijk doet voorkomen is het - gelet op de door Dynamiet als productie 20 in het geding gebrachte berichten - immers wel degelijk mogelijk om te bewerkstelligen dat kredietverstrekkers terechte registraties uit het CKI (doen) verwijderen. Dynamiet ondervindt schade omdat de consument door de uitlatingen van BKR substantieel minder gebruik maakt van haar dienstverlening. De onjuiste berichtgeving door BKR kwalificeert als onrechtmatige daad. Teneinde verdere schade te voorkomen vordert Dynamiet rectificatie van deze onjuiste berichten. Het door de uitlatingen van BKR in de publieke opinie gerezen beeld van Dynamiet dient zo snel als mogelijk te worden rechtgezet. Dynamiet heeft daarom spoedeisend belang bij haar vorderingen.
3.3.
BKR voert gemotiveerd verweer, dat hierna - voor zover nodig - wordt besproken.
4. De beoordeling van het geschil
4.1.
Dynamiet stelt zich op het standpunt dat als gevolg van uitlatingen van BKR bij de consument sprake kan zijn van een onjuist beeld van Dynamiet en van de kans op succes als met Dynamiet in zee wordt gegaan. Als gevolg daarvan ziet een substantieel aantal potentiële consumenten er van af om Dynamiet in te schakelen. Voorts stelt Dynamiet zich op het standpunt dat het effect van rectificatie groter is naarmate deze in tijd dichter is gelegen bij het moment waarop de betreffende uiting is gedaan. Het voorgaande brengt mee dat Dynamiet spoedeisend belang heeft bij de behandeling van haar vorderingen.
4.2.
In de kern betreft dit geschil de vraag of BKR, door zich te uiten als vorenstaand onder de hoofdletters A. tot en met I. weergegeven, jegens Dynamiet onrechtmatig heeft gehandeld en of als gevolg daarvan aanleiding bestaat om BKR te veroordelen tot rectificatie.
4.3.
Ten aanzien van de in het vorenstaande onder de hoofdletters A. tot en met C. geciteerde uitlatingen van BKR in de uitzending van Radar op 16 januari 2017 wordt als volgt overwogen. In de gewraakte uitlatingen laat BKR-bestuurder [bestuurder] zich in zeer algemene termen uit over een aantal aspecten van de registratie in het CKI. Kern van die uitlatingen betreft het uitgangspunt dat al het in Nederland verleende krediet dient te worden geregistreerd, welk uitgangspunt ook eventuele aan deze kredietverlening verbonden betalingsachterstanden betreft. Daarbij is van belang dat [bestuurder] deze uitlatingen doet in het kader van een uitzending van een televisieprogramma voor consumenten. Tegen die achtergrond kan er enige ruimte bestaan voor de keuze van de bewoordingen van het punt dat de spreker onder de aandacht wil brengen. In het onderhavige geval is de essentie van dit punt gelegen in het uitgangspunt dat alle kredietverlening in Nederland wordt geregistreerd. Of die registratie is terug te voeren op wettelijke verplichtingen is daarbij dan van minder belang, mede gezien de door BKR aangevoerde omstandigheden in het kader van de betreffende uitzending van Radar, inhoudende dat het korte interview met hem in één keer is opgenomen, dat [bestuurder] geen invloed heeft gehad op de selectie van fragmenten en op de redactie van de uitzending en dat er voor hem geen mogelijkheden zijn geweest om uitlatingen te wijzigen of te nuanceren. Voorts is van belang dat [bestuurder] zijn uitlatingen doet zonder in algemene zin of meer in het bijzonder te refereren aan instellingen of bedrijven die daaromtrent een andere visie zijn toegedaan. Een en ander leidt voorshands tot het oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat, zoals Dynamiet lijkt te veronderstellen, BKR met bedoelde uitlatingen specifiek Dynamiet heeft willen treffen.
4.4.
Ten aanzien van de in het vorenstaande onder de hoofdletter D. geciteerde uitlatingen van BKR in haar reactie op de Dynamietzienswijze van 13 januari 2017 wordt als volgt overwogen. Dynamiet stelt zich op het standpunt dat de beschikking van 9 september 2011 van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2011:BQ8097) door BKR misleidend, selectief en onjuist wordt uitgelegd. Dynamiet heeft evenwel nagelaten om te duiden hoe deze uitleg van BKR jegens haar kwalificeert als onrechtmatige daad. Het enkele feit dat er kanttekeningen zouden kunnen worden geplaatst bij de uitleg van BKR is daartoe althans onvoldoende. Het gevorderde ten aanzien van de onder D. geciteerde uitlatingen komt reeds daarom niet voor toewijzing in aanmerking. Daarbij wordt voorts in aanmerking genomen dat een onjuiste uitleg van jurisprudentie niet als vanzelf meebrengt dat die uitleg ook onrechtmatig is.
4.5.
Ten aanzien van de hiervoor onder de hoofdletter E. tot en met G. geciteerde uitlatingen acht de voorzieningenrechter het volgende van belang. Niet in geschil is dat Dynamiet ten behoeve van de uitzending van Radar op 16 januari 2017 is uitgenodigd om in de studio tekst en uitleg te geven omtrent haar werkwijze en dat Dynamiet er voor heeft gekozen aan deze uitnodiging geen gehoor te geven. Zij heeft er in dit verband voor gekozen om op 13 januari 2017 te volstaan met de inzending van haar zienswijze. Ook is niet in geschil dat de presentatrice van Radar in de uitzending van 16 januari 2017 heeft gerefereerd aan de stelling van Dynamiet dat het haar jaarlijks in circa 3000 gevallen lukt om een (volgens Dynamiet in veel gevallen terechte) registratie uit het CKI verwijderd te krijgen en dat Dynamiet door Radar is gevraagd om deze stelling met enige bescheiden te onderbouwen. Daarop heeft Dynamiet Radar inzicht gegeven in een elftal gevallen waaruit zou volgen dat Dynamiet registraties uit het CKI heeft doen verwijderen. Niet door Dynamiet weersproken is de stelling van BKR dat in het overgrote deel daarvan (10 gevallen) evenwel sprake was van technische dan wel formele fouten op grond waarvan er feitelijk geen reden heeft bestaan voor het doen registreren van de betreffende kredietovereenkomst of daarmee verband houdende codes. Met betrekking tot het éne geval waarin de kredietverstrekkende instantie daadwerkelijk op eerste verzoek een registratie heeft verwijderd stelt BKR zich onweersproken op het standpunt dat navraag bij de kredietverstrekker heeft opgeleverd dat het betreffende verzoek op oneigenlijke gronden is ingewilligd, anders gezegd: dat het verzoek eigenlijk had moeten worden afgewezen.
4.6.
Tegen de hiervoor geschetste achtergrond heeft BKR op goede gronden kunnen stellen dat Dynamiet in het kader van de uitzending van Radar op 16 januari 2017 de door haar gestelde hoeveelheid verwijderingen van (volgens Dynamiet: terechte) registraties uit het CKI niet aannemelijk heeft gemaakt. Dat Dynamiet ter onderbouwing van haar reeds op 13 januari 2017 ingenomen stellingen thans in de onderhavige procedure wijst op een hoeveelheid als productie in het geding gebrachte stukken maakt dit niet anders. BKR stelt zich immers gemotiveerd op het standpunt dat zij ten tijde van de gewraakte uitlatingen niet bekend was met die stukken. De enkele niet onderbouwde stelling dat BKR ten tijde van die uitlatingen als beheerder van het CKI bekend had moeten zijn met dergelijke verwijderingen uit het CKI kan Dynamiet daarom niet baten. Met het oog op de uitzending is Dynamiet immers gevraagd om de door haar opgeworpen stellingen over de resultaten van haar werkwijze van de nodige onderbouwing te voorzien. Ondanks het feit dat zij toen al heeft kunnen beschikken over de thans overgelegde stukken, heeft Dynamiet er rondom de uitzinding voor gekozen die onderbouwing niet te geven. Het gaat dan niet aan BKR te verwijten dat zij niet uit eigen beweging met de gestelde hoeveelheid verwijderingen uit het CKI bekend was.
4.7.
Voor het overige is de voorzieningenrechter van oordeel dat BKR met de aanpassing op 6 maart 2017 van haar reactie op de zienswijze van Dynamiet op hoofdlijnen aan de bezwaren van Dynamiet tegemoet is gekomen. Met die aanpassing erkent BKR immers dat Dynamiet daadwerkelijk CKI-registraties ongedaan heeft gekregen, dat de vorderingen van BKR in het kort gedingvonnis van 27 november 2015 niet zijn toegewezen (en dat in dit vonnis niets wordt overwogen over het schetsen van een onjuist beeld door Dynamiet op haar website). Voorts vermeldt BKR in de aanpassing dat de beslissing van 26 november 2015 van de Reclame Code Commissie bij uitspraak van 2 februari 2016 door het College van Beroep in hoger beroep is vernietigd. Met die berichtgeving heeft BKR haar visie op het een en ander publiekelijk bijgesteld en is - voor zover Dynamiet al in haar betoog over onrechtmatige uitlatingen zou kunnen worden gevolgd - met die bijstelling de noodzaak van rectificatie weggenomen. Voor zover Dynamiet nog de mening is toegedaan dat ook de thans door BKR gegeven weergave van voormeld kort gedingvonnis onjuist is, verwijst de voorzieningenrechter naar de laatste volzin van de overwegingen hiervoor over de uitleg door BKR van de beschikking van 9 september 2011 van de Hoge Raad.
4.8.
Ten aanzien van de in het vorenstaande onder de hoofdletter H. geciteerde passage die BKR op 17 januari 2017 naar aanleiding van de uitzending van Radar heeft geplaatst op haar website wordt als volgt overwogen. Dynamiet stelt zich op het standpunt dat BKR onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld door in bedoelde passage op te nemen dat ook Radar in de uitzending van 16 januari 2017 waarschuwt voor “bedrijven die tegen hoge betaling beloven uw registratie te verwijderen”. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan Dynamiet in dit betoog echter niet worden gevolgd. Daarbij is allereerst van belang dat Dynamiet niet specifiek als een dergelijk bedrijf wordt geduid en Dynamiet ook hier heeft verzuimd om te onderbouwen hoe en waarom deze uitlating van BKR juist jegens haar kwalificeert als onrechtmatige daad. Voor zover Dynamiet meent dat de betreffende uitlating aldus moet worden begrepen dat BKR met “bedrijven” alleen Dynamiet voor ogen heeft gehad, is dat een interpretatie die daarom voor haar eigen rekening dient te blijven. Ook is van belang dat BKR zich gemotiveerd en door Dynamiet onweersproken op het standpunt stelt dat de betreffende uitlating simpelweg juist is, nu consumentenprogramma’s op de televisie juist proberen de consument te wijzen op risico’s en misstanden en dat een dergelijke waarschuwing (feitelijk slechts een oproep aan de consument om op te passen) al uitgaat van de aandacht die Radar in de uitzending inruimt voor de werkwijze van bedrijven zoals Dynamiet.
4.9.
Ten aanzien van de onder de hoofdletter I. geciteerde passages van het persbericht dat BKR op 7 februari 2017 heeft geplaatst op haar website wordt als volgt overwogen. Met de mededeling dat BKR (als beheerder van het CKI) maatregelen heeft genomen om te voorkomen dat kredietregistraties onterecht worden verwijderd wijst BKR op de aanscherping van het bepaalde in het Reglement, zoals per 1 februari 2017 doorgevoerd. Met deze uitlating is daarom geen sprake van onrechtmatig handelen jegens Dynamiet. Ook de opmerking dat BKR met die aanscherping een signaal wil doen uitgaan naar bedrijven die consumenten tegen betaling van hun registratie afhelpen kan niet als zodanig worden gekwalificeerd. Dat oordeel treft ook de op zichzelf niet door Dynamiet weersproken passage dat “geldverstrekkers” door dergelijke bedrijven juridisch en anderszins onder druk worden gezet om registraties te verwijderen. Dit is immers - kort gezegd - nu juist het middel dat Dynamiet ten dienste staat in die gevallen waarin zij een consument bijstaat. Dat met deze passages ten onrechte een andere indruk is gewekt is daarom een omstandigheid die BKR niet kan worden tegengeworpen. Voorts wordt in de passage dat in de uitzending van Radar zou zijn opgemerkt dat er klachten zijn over bedrijven die claimen consumenten tegen betaling te kunnen helpen om van hun registratie in het CKI af te komen niet in het bijzonder aan Dynamiet is gerefereerd. Ook hier is daarom niet aannemelijk dat BKR in dit opzicht alleen Dynamiet voor ogen heeft gehad.
4.10.
Gelet op het vorenstaande is niet aannemelijk geworden dat BKR jegens Dynamiet onrechtmatig heeft gehandeld met haar uitlatingen zoals hiervoor geciteerd onder de hoofdletters A. tot en met I. Dit leidt voorshands tot de slotsom dat de vorderingen van Dynamiet (inzake rectificatie) niet voor toewijzing in aanmerking komen.
4.11.
Dynamiet zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van dit geding. Voor veroordeling in de nakosten bestaat geen grond, nu de kostenveroordeling ook voor deze nakosten een executoriale titel oplevert (vgl. HR 19 maart 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL1116, NJ 2011/237).

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
wijst het gevorderde af;
5.2.
veroordeelt Dynamiet in de kosten van deze procedure, tot dusverre aan de zijde van BKR begroot op € 1.434,--, waarvan € 816,-- aan salaris advocaat en € 618,-- aan griffierecht;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.P. van Ham en in het openbaar uitgesproken
op 24 maart 2017.
fl