ECLI:NL:RBDHA:2017:236
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Ghrib
- Rechtspraak.nl
Terugkeerbesluit opgelegd aan vreemdeling zonder verblijfsrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 januari 2017 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende een terugkeerbesluit dat aan eiser is opgelegd door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Eiser, een Turkse vreemdeling, had beroep ingesteld tegen het besluit van 5 augustus 2016, waarin hem werd opgedragen de Europese Unie binnen 28 dagen te verlaten. Eiser stelde dat hij onterecht was behandeld en dat er geen grond was voor het terugkeerbesluit, aangezien hij geen verblijfsrecht had en er geen bewijs was dat hij zich aan uitzetting zou onttrekken.
De rechtbank heeft overwogen dat het terugkeerbesluit terecht was opgelegd, omdat eiser onrechtmatig in Nederland verbleef. De rechtbank oordeelde dat de eerdere afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning geen invloed had op de rechtmatigheid van het huidige besluit. Eiser had eerder al een terugkeerbesluit ontvangen, en de rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit niet gericht was op een ander rechtsgevolg dan reeds was ingetreden door het eerdere besluit. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de vraag of eiser kan terugkeren naar Turkije niet relevant was voor de beoordeling van het terugkeerbesluit.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen vier weken na verzending.