Uitspraak
Rechtbank den haag
[B] ,
1.De procedure
2.De incidenten
3.De feiten
aan de levering van genoemde leermiddelen. Voor zover inschrijvers van mening zouden zijn dat de levering van leermiddelen in combinatie met het inkopen van deze onderwijsdiensten in strijd is met artikel 1.5. Aw 2012 (clusterverbod), merkt opdrachtgever op dat deze onderwijsdiensten gericht zijn op de doorontwikkeling en het personaliseren van de te leveren leermiddelen en daarmee onlosmakelijk verbonden zijn met de betreffende leermiddelen. Voor een nadere motivering wordt verwezen naar paragraaf 2.2. Lees ook rechtsoverweging 4.5.4. Vonnis Rechtbank Zeeland-West-Brabant [1] De fijndistributie van de leermiddelen in deze aanbesteding, voor zover sprake is van folio, is voor de schooljaren waar deze aanbesteding betrekking op heeft reeds gecontracteerd en maakt dus geen deel uit van deze aanbesteding.
4.Het geschil
5.De beoordeling van het geschil
De onrechtmatigheid valt uiteen in de volgende onderdelen:
“wij maken in zijn algemeenheid bezwaar tegen de gunningscriteria uit paragraaf 6.1, wens 2, 3, 4, 5 en 6 en tegen de gunningscriteria uit paragraaf 6.2., wens 1, 2, 3 en de beoordelingssystematiek”maar dat is onvoldoende. [A] had daarbij aan dienen te geven waaruit haar bezwaren tegen deze gunningscriteria bestonden, zodat de aanbestedende dienst deze kon toetsen en eventueel, voor zover noodzakelijk, verbeteringen had kunnen aanbrengen in haar aanbesteding. Ook haar klacht bij de CvAE ziet niet op de kwalitatieve criteria maar uitsluitend op het criterium prijs, nu zij in de weergave van haar klacht inhoudelijk alleen ingaat op het subgunningscriterium kortingspercentage. Door pas in de dagvaarding aan te geven welke bezwaren zij tegen de kwalitatieve gunningscriteria heeft, is zij te laat en zal aan deze bezwaren voorbij worden gegaan.
6.De beslissing
€ 619,-- aan griffierecht en € 816,-- aan salaris advocaat;