Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
zij die verblijven in de onroerende zaak of gedeelte daarvan, staande en gelegen aan de [het adres] te [plaats ],
[Bewoner 1],
[Bewoner 2],
[Bewoner 3],
[Bewoner 4],
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 mei 2016,
- de akte overlegging producties,
- de akte met een ontbrekende productie aan de zijde van de eisende partij,
- de conclusie van antwoord met producties,
- het tussenvonnis 17 augustus 2016,
- de brief met twee producties aan de zijde van de eisende partij,
- de brief met twee producties aan de zijde van [Bewoner 1] en [Bewoner 2] ,
- een brief zonder producties van de zijde van de gedaagde partij,
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 16 november 2016.
2.De feiten
Op 7 oktober 2014 heeft u een last onder dwangsom [….] ontvangen waarin wij u gelast hebben om voor 1 juli 2015 de overtredingen van het Bouwbesluit 2012 (achterstallig woningonderhoud) te beëindigen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Beoordelingskader
(…)
kanduren is onvoldoende als verweer. Het had op de weg van de Bewoners gelegen om concrete feiten en omstandigheden aan te voeren waaruit volgt dat te verwachten valt dat de afgifte van een (onherroepelijke) omgevingsvergunning vertraging zal oplopen.