ECLI:NL:RBDHA:2017:16353
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van de kantonrechter in een bewindzaak
In deze zaak heeft verzoeker, die in persoon procedeert, een wrakingsverzoek ingediend tegen de kantonrechter mr. G.M.A. van Zaltbommel-Uittenbogaard. Dit verzoek is gedaan naar aanleiding van een eerdere procedure waarin een bewind was ingesteld over de goederen van verzoeker, waarbij de besloten vennootschap SOCIAAL.NL SCHULDSANERING B.V. als bewindvoerder was aangesteld. Verzoeker had eerder een verzoek tot opheffing van het bewind ingediend, maar dit was afgewezen. Tijdens de behandeling van het opheffingsverzoek op 6 maart 2017 heeft de kantonrechter aangegeven dat verzoeker en de bewindvoerder tot 5 april 2017 de gelegenheid hadden om een voorstel te doen voor een nieuwe bewindvoerder. Op 31 maart 2017 heeft verzoeker de wraking ingediend, maar deze werd pas op 4 april 2017 ter griffie ingediend, wat te laat was volgens de wrakingskamer.
De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek vond plaats op 8 mei 2017, waarbij verzoeker zijn standpunt toelichtte. De kantonrechter was niet verschenen. Verzoeker stelde dat de kantonrechter fundamentele beginselen had geschonden, zoals het beginsel van hoor en wederhoor, en dat hij onvoldoende gelegenheid had gekregen om zijn standpunt te bepleiten. De kantonrechter heeft in haar schriftelijke reactie aangegeven dat verzoeker voldoende gelegenheid heeft gehad om zijn standpunt te bepleiten.
De wrakingskamer heeft geoordeeld dat het wrakingsverzoek te laat was ingediend, aangezien verzoeker al op 6 maart 2017 op de hoogte was van de feiten die aan het verzoek ten grondslag lagen. Hierdoor werd verzoeker niet ontvankelijk verklaard in zijn wrakingsverzoek. De procedure in de hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.