Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
magmaar ook
moetworden ten uitvoer gelegd. Artikel 561 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) bepaalt dat een strafvonnis zo spoedig mogelijk wordt geëxecuteerd. Dat uitgangspunt geldt ook voor de tenuitvoerlegging van opgelegde schadevergoedingsmaatregelen. In artikel 561 lid 3 Sv is bepaald dat het openbaar ministerie uitstel van betaling kan verlenen of betaling in termijnen kan toestaan.
e-mailbericht waarmee dit betoog wordt onderbouwd verzoekt [eiser] evenwel om de correspondentie aan hem te richten aan het postadres aan de [adres] te [plaats 2] . De voorzieningenrechter stelt vast dat dit het adres is waarheen het CJIB de eerste aan [eiser] gerichte aanschrijving heeft verstuurd, waarmee het CJIB lijkt te hebben voldaan aan de strekking van de uitspraak van de Nationale Ombudsman waar [eiser] zich ter zitting op heeft beroepen. Dat [eiser] vervolgens niet op het opgegeven adres bleek te wonen en ook elders niet stond ingeschreven, dient daarom voor zijn rekening en risico te komen. Het CJIB heeft dan ook op goede gronden kunnen besluiten om over te gaan tot signalering van [eiser] in het landelijk opsporingsregister.