Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] ,
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
Procesverloop
Overwegingen
In de uitspraken van 3 juni 2016 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna de Afdeling, ECLI:NL:RVS:2016:1451 en 1452) overwogen dat de juistheid van de toepassing van de grensprocedure enkel kan worden betwist tijdens een beroeps-procedure tegen de afwijzende beslissing op het asielverzoek. Verweerder geeft pas in het voornemen voor het eerst aan waarom het asielverzoek kennelijk ongegrond is en met toepassing van artikel 30b Vw kan worden afgedaan. Nu in onderhavige zaak nog geen beslissing is genomen op het asielverzoek van eiser, kan dus niet worden beoordeeld of de grensprocedure terecht is toegepast.
Eiser heeft ter zitting voorts betwist dat zijn asielaanvraag kan worden afgewezen wegens de kennelijke ongegrondheid hiervan. Hij heeft in dit verband gewezen op de door hem overgelegde verklaringen van
unpacu(Unión Patriótica de Cuba).
De omstandigheid dat na het instellen van een beroep door de vreemdeling, of na het indienen van een kennisgeving door verweerder, het ingevolge het bepaalde in artikel 94, vierde en vijfde lid, Vw maximaal 21 dagen kan duren voordat de rechtbank uitspraak doet, maakt op zichzelf niet dat van een effectief rechtsmiddel tegen de vrijheidsontnemende maatregel niet kan worden gesproken.
unpacuwaarin – kort gezegd – staat vermeld dat eiser als actief lid van die unie heeft deelgenomen aan verschillende betogingen en dat hij als gevolg hiervan meer dan drie jaar is vervolgd en gedurende drie perioden in 2015 en 2016 in Cuba is gedetineerd.
unpacuin de beoordeling gaat treden van de kennelijk ongegrondheid van asielverzoeken. Dit voert te ver. Daarnaast zijn de verklaringen van
unpacuop zichzelf onvoldoende om aan te nemen dat eiser bescherming in Nederland behoeft. De verklaringen dienen namelijk te worden gewogen en onderzocht met hetgeen naar voren komt in het nader gehoor. Verweerder maakt vervolgens een overweging. Als hij van oordeel is dat de asielaanvraag in de verlengde asielprocedure dient te worden behandeld, wordt de maatregel opgeheven.
unpacuongetwijfeld een rol.
De overgelegde verklaringen van
unpaculeiden de rechtbank op zichzelf echter niet tot het oordeel dat verweerder reeds vóór het sluiten van het onderzoek ter zitting van de in geding zijnde bewaringsprocedure (13 februari 2017) niet in redelijkheid tot het oordeel heeft kunnen komen dat niet is gebleken van feiten of omstandigheden die hem moesten brengen tot de conclusie dat geen sprake is van een asielaanvraag waarop vermoedelijk met toepassing van artikel 30b Vw zal worden besloten. De rechtbank ziet dan ook thans geen reden om te oordelen dat verweerder, gelet op artikel 3.109b, derde lid, Vb, de maatregel niet heeft mogen opleggen en laten voortduren.
De grond treft geen doel.
De omstandigheid dat aan eiser voorafgaand aan het opleggen van de maatregel geen informatie is verstrekt over de inrichting van het JCS, dan wel over het daar gehanteerde regime, leidt niet tot een ander oordeel. Voldoende is dat aan eiser duidelijk is gemaakt dat hem in verband met de behandeling van zijn asielaanvraag in de grensprocedure zijn vrijheid zou worden ontnomen, tenzij dit in zijn geval op grond van door hem aan te voeren omstandigheden, niet mogelijk (lees: onevenredig bezwarend) zou zijn. Eiser wordt dan ook niet gevolgd in zijn standpunt dat verweerder de op hem rustende informatieplicht heeft geschonden.
Dat in die zaak een rechtsgang op grond van de Penitentiaire Beginselenwet voor de vreemdeling openstond terwijl de vreemdeling in onderhavige zaak, anders dan in voornoemde zaak, valt onder het bereik van het Reglement, neemt niet weg dat het door de Afdeling in die zaak gegeven oordeel ook op deze zaak van toepassing is. Door te beoordelen of de duur van de insluitingstijden van de vreemdeling in het JCS in strijd is met het Reglement, heeft de rechtbank niet onderkend dat ingevolge titel IV van het Reglement voor dergelijke klachten een daartoe bestemde rechtsgang openstaat.
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.