ECLI:NL:RBDHA:2017:14116
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van een Afghaanse homoseksuele man op grond van ongeloofwaardigheid van zijn verhaal
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 november 2017 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een man van Afghaanse afkomst, heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, waarbij hij stelt dat hij vanwege zijn homoseksualiteit in Afghanistan gevaar loopt. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag afgewezen, omdat hij de homoseksualiteit van eiser ongeloofwaardig achtte. Eiser heeft in zijn beroep betoogd dat hij consistent en volledig heeft verklaard over zijn seksuele gerichtheid en de problemen die hij in Afghanistan ondervindt. Hij heeft ook aangevoerd dat de Staatssecretaris hem ten onrechte pas in het voornemen heeft geconfronteerd met tegenstrijdigheden in zijn verhaal.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelt dat de Staatssecretaris voldoende gemotiveerd heeft dat de gestelde homoseksuele gerichtheid van eiser ongeloofwaardig is. Eiser heeft wisselend verklaard over de gebeurtenissen die hebben geleid tot zijn vertrek uit Afghanistan, waaronder de verkrachting door vier vrienden. De rechtbank concludeert dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Afghanistan een reëel risico loopt op vervolging of schending van artikel 3 van het EVRM. De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.