Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten in conventie en in reconventie
zijn met elkaar in overeenstemming, maar ze zijn wel in een heel uitzonderlijk positie in botsing gebracht. Om een contact van de linkerzijde van de Peugeot met de paal op de vluchtheuvel te kunnen
€ 7.306,12 worden gevorderd van [A] .
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
wat langervóór de aanrijding in schadevrije toestand heeft gekocht, (ii) het koetswerk van de auto ten tijde van de aanschaf in goede staat verkeerde en (iii) niet bekend is met een schadeverleden van de auto. Niet kan worden aangenomen dat [A] daarmee (uitdrukkelijk) heeft verklaard, althans bedoeld te verklaren, dat de Mitsubishi vóór de aanrijding onbeschadigd was. Ook het door [A] ingevulde en ondertekende
Aanrijdingsformulier(ook wel schadeaangifteformulier genoemd) bevat daarvoor geen aanwijzing. Daar komt bij dat [A] onweersproken heeft gesteld dat NN na de aanrijding een expert heeft ingeschakeld om de schade aan de Mitsubishi vast te stellen en hij geen specifieke schadeonderdelen heeft geclaimd bij NN, wat als contra-indicatie zou kunnen worden aangemerkt voor de vermeende opzettelijke misleiding.