ECLI:NL:RBDHA:2017:13398
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering afgifte artikel 9-document op basis van schijnhuwelijk
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 november 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, die de Tsjechische nationaliteit heeft, en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De eiser had verzocht om afgifte van een artikel 9-document, dat rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan zou bevestigen. De aanvraag werd echter afgewezen op grond van het vermoeden van een schijnhuwelijk. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had geconcludeerd dat er sprake was van een schijnhuwelijk, omdat eiser en zijn referente tegenstrijdige verklaringen hadden afgelegd over belangrijke aspecten van hun relatie en huwelijk. De rechtbank benadrukte dat de bewijslast voor het aantonen van een schijnhuwelijk bij de staatssecretaris ligt, maar dat deze voldoende aanwijzingen had om een nader onderzoek te rechtvaardigen. De rechtbank concludeerde dat de tegenstrijdigheden in de verklaringen van eiser en referente niet konden worden gecompenseerd door de overgelegde bewijsstukken, en dat de staatssecretaris op basis daarvan de afgifte van het document kon weigeren. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.