ECLI:NL:RBDHA:2017:13099
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de noodzaak van rechtsbijstand in het kader van de Wet op de rechtsbijstand met betrekking tot parkeerboetes
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 9 november 2017, in de zaak AWB - 17 _ 1443, is de vraag aan de orde of eiseres, een rechtsbijstandverlener, recht heeft op een toevoeging voor juridische bijstand in een procedure tegen een sanctie voor het parkeren op een invalideparkeerplaats zonder geldige invalidenkaart. De rechtbank oordeelt dat de verweerder, het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand, terecht heeft geoordeeld dat juridische bijstand in deze zaak niet noodzakelijk is. Dit oordeel is gebaseerd op het beleid van de Raad voor Rechtsbijstand, dat stelt dat de beoordeling van de toevoegingswaardigheid niet door de Raad, maar door de rechtsbijstandverlener zelf moet worden gedaan, en dat in dit geval de zelfredzaamheid van de rechtzoekende in het geding is.
De rechtbank stelt vast dat de verweerder de toevoeging heeft ingetrokken op basis van een steekproef waaruit bleek dat 62,6% van de aanvragen niet voldeed aan de criteria. Eiseres betwist dit en stelt dat de verweerder ten onrechte aanneemt dat rechtszoekenden in zaken onder de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) zelfredzaam zijn. De rechtbank overweegt dat het beleid van de Raad voor Rechtsbijstand in lijn is met de Wet op de rechtsbijstand en dat er geen omstandigheden zijn die juridische bijstand noodzakelijk maken. De rechtbank wijst erop dat de Wrb niet bedoeld is om juridische bijstand te bieden voor elke zaak en dat het gerechtvaardigd is om geen bijstand te verlenen voor zaken die redelijkerwijs door de rechtzoekende zelf kunnen worden behartigd.
De rechtbank concludeert dat het beroep van eiseres ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.