In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, heeft de Rechtbank Den Haag op 30 augustus 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen Xerox (Nederland) B.V. en Hogeschool Rotterdam, waarbij ook Canon Nederland N.V. als tussenkomende partij is betrokken. Het geschil ontstond naar aanleiding van een Europese openbare aanbesteding die Hogeschool Rotterdam had uitgeschreven voor de levering van multifunctionele printers (MFP's). Xerox vorderde dat de gunningsbeslissing van Hogeschool Rotterdam, waarbij de opdracht aan Canon was voorbehouden, werd ingetrokken. Xerox stelde dat de inschrijving van Canon niet voldeed aan de gestelde eisen, met name dat de aangeboden MFP's niet beschikten over een interne kaartlezer zoals vereist in de aanbestedingsdocumenten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de inschrijving van Canon niet uitgesloten had moeten worden op basis van het argument van Xerox. De voorzieningenrechter oordeelde dat het begrip 'interne kaartlezer' niet strikt gedefinieerd was in de aanbestedingsstukken, en dat de uitleg van Xerox te beperkt was. De rechtbank concludeerde dat de kaartlezer die Canon had aangeboden, hoewel extern bevestigd, voldeed aan de eisen van de aanbesteding. De primaire vordering van Xerox werd afgewezen, evenals de subsidiaire vordering tot heraanbesteding. De rechtbank veroordeelde Xerox in de proceskosten van zowel Hogeschool Rotterdam als Canon, en verklaarde de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.