Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
kanRijkswaterstaat een inschrijver uitsluiten van de verdere procedure als de inschrijving niet voldoet aan de inschrijvingsvereisten- en voorwaarden. Rijkswaterstaat heeft zichzelf niet de verplichting opgelegd om een inschrijving met documenten die niet aan beveiligingsniveau IV voldoen als ongeldig terzijde te leggen. De Aanbestedingswet of andere regelgeving nopen ook niet tot terzijdelegging van een inschrijving waaraan slechts een formeel gebrek kleeft. Volgens vaste rechtspraak brengt het proportionaliteitsbeginsel mee dat de reactie van een aanbestedende dienst op een verzuim van een inschrijver in verhouding moet staan tot haar gevolgen. Uitsluiting van deelname aan de aanbesteding kan gelet op de omstandigheden van het geval een te zware sanctie zijn en dat is hier het geval. Het is zonneklaar dat het UEA van Topscan is ondertekend door [B] en dat het door hem ondertekende UEA authentiek is. Daarmee is voldaan aan doel en strekking van de door Rijkswaterstaat gestelde eisen. Het gelijkheidsbeginsel noopt op geen enkele manier tot een andere conclusie. Voor zover toch geoordeeld wordt dat sprake is van een ondertekeningsgebrek, dan moet de Combinatie in de gelegenheid worden gesteld dat gebrek te herstellen.
4.De beoordeling van het geschil
gekwalificeerde elektronische handtekeningeen geavanceerde elektronische handtekening die is aangemaakt met een gekwalificeerd middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen en die is gebaseerd op een gekwalificeerd certificaat voor elektronische handtekeningen. Ingevolge lid 15 van artikel 3 is een
gekwalificeerd certificaat voor elektronische handtekeningeneen certificaat dat is afgegeven door een gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten en voldoet aan de eisen van bijlage I bij de eIDAS-verordening. Een
gekwalificeerde verlener van vertrouwensdienstenis, blijkens lid 20 van artikel 3, een verlener van vertrouwensdiensten die een of meer vertrouwensdiensten (zoals bijvoorbeeld het aanmaken, verifiëren en valideren van elektronische handtekeningen, vlg. artikel 3, lid 16, sub a) verleent en van het toezichthoudende orgaan van een EU-lidstaat de status van gekwalificeerd heeft gekregen. Verder is in artikel 22 van de eIDAS-verordening geregeld dat elke EU-lidstaat vertrouwenslijsten (trusted lists) opstelt met onder meer informatie over de gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten en welke vertrouwensdiensten door die gekwalificeerde dienstverleners worden verleend. Voorts is in artikel 22 geregeld dat de EU-lidstaten de Europese Commissie dienen te informeren over de trusted list en dat de Europese Commissie alle trusted lists beschikbaar stelt voor het publiek.
kanworden gelegd niet zo worden uitgelegd dat Rijkswaterstaat er voor kan kiezen een inschrijving die niet aan een duidelijk geformuleerde eis voldoet alsnog in aanmerking te nemen. Dat zou immers jegens de overige inschrijvers strijd met het gelijkheidsbeginsel opleveren. De betreffende zinssnede biedt Rijkswaterstaat slechts de ruimte om (onder omstandigheden) de inschrijver in de gelegenheid te stellen een omissie in de inschrijving te herstellen. Die mogelijkheid is aan de Combinatie geboden, doch daarvan heeft zij geen gebruik gemaakt.