Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten en het wettelijk kader
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
Rotterdam, terwijl de maatregelen die in deze procedure worden gevorderd betrekking hebben op heel Nederland, maar aangezien Rotterdam onderdeel is van Nederland, behartigt Stichting Adem met haar vorderingen ontegenzeggelijk haar statutaire doeleinden. Daarbij komt dat de voorzieningenrechter van oordeel is dat Stichting Adem genoodzaakt is haar vorderingen op voornoemde wijze in te steken door de werkwijze van de Staat op het gebied van luchtkwaliteit. Het NSL bevat immers maatregelen ten behoeve van de luchtkwaliteit in heel Nederland; er is geen afzonderlijk luchtkwaliteitsplan per stad. De statutaire doelstelling van stichting Adem zou – indien tot toewijzing van de vorderingen wordt geconcludeerd – hoogstens leiden tot een beperking van de vorderingen als genoemd onder II en III tot locaties en maatregelen in Rotterdam. Aangezien Stichting Adem gezamenlijk met Milieudefensie procedeert, is een dergelijke beperking evenwel hoe dan ook niet opportuun. Milieudefensie heeft blijkens haar statuten immers de doelstelling om een bijdrage te leveren aan het oplossen en voorkomen van milieuproblemen op (onder meer) landelijk niveau.