Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de incidentele conclusie tot voeging en tussenkomst van De Federatie van 4 mei 2016, met producties 1 tot en met 4;
- de conclusie van antwoord in de hoofdzaak en het incident, tevens conclusie van eis in reconventie in zowel de hoofdzaak als het incident ex 223 Rv, tevens antwoord in het incident tot voeging en tussenkomst van 4 mei 2016, met producties 1 tot en met 76;
- de incidentele conclusie van antwoord van De Stichting van 25 mei 2016, met daarbij een proceskostenoverzicht.
2.Vorderingen en grondslagen in de hoofdzaak
3.Het geschil in het incident tot voeging en tussenkomst
5.De verdere beoordeling in het incident tot voeging en tussenkomst
Daarbij wordt nog opgemerkt dat de rechter een vordering in beginsel niet kan toewijzen of afwijzen op gronden die door een gevoegde partij zijn aangevoerd, maar door de partij aan wiens zijde de voeging plaatsvond, zelf niet konden worden ingeroepen.” .