Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 september 2015 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- het tussenvonnis van 9 december 2015, waarin een comparitie van partijen is bepaald;
- het proces-verbaal van comparitie van 15 maart 2016 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
erfdienstbaarheid van wegom te kunnen komen en gaan van en naar de [de Straat] over het pad, dat van de [de Straat] in Noord – Noordoostelijke richting loopt over de grensscheiding van voormelde kadastrale perceelen [nummer 4] en [nummer 6] tot aan den Zuidoostelijken hoek van voormeld kadastrale perceel [nummer 1] en vanaf dat punt over de grensscheiding van voormelde kadastrale perceelen [nummer 1] en [nummer 6] en dat bij de [de Straat] onder de overwelfde poort doorloopt, welke de woonhuizen gelegen op voormelde kadastrale perceelen [nummer 4] [nummer 6] met elkander verbindt.”
met eenoptie voor een automatische verlenging van 1 jaar.
metopzegging van drie maanden voor het einde van een huurperiode.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
op grond van de erfdienstbaarheid van [eiseres]gerechtigd zijn om van het recht van weg gebruik te maken.
904,00(2 punten × € 452,00 tarief II)