ECLI:NL:RBDHA:2016:8386
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing asielaanvraag en overdracht aan Duitsland onder Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 mei 2016 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres, een Guineese vrouw, tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie had de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiseres stelde dat zij op 12 oktober 2015 een verzoek om internationale bescherming had ingediend, maar de rechtbank oordeelde dat dit verzoek niet als zodanig kon worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat de termijn voor het indienen van een overnameverzoek niet was overschreden en dat Duitsland terecht als verantwoordelijke lidstaat was aangewezen. Eiseres voerde aan dat de overdracht naar Duitsland willekeurig en onzorgvuldig zou zijn, maar de rechtbank oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die deze overdracht onredelijk zouden maken. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen.