ECLI:NL:RBDHA:2016:8273
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van vordering tot opschorting tenuitvoerlegging gevangenisstraf op basis van medische en sociale omstandigheden
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 juni 2016 uitspraak gedaan in een kort geding waarin [eiseres] vorderde de tenuitvoerlegging van haar gevangenisstraf op te schorten. [eiseres] was veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden voor het medeplegen van oplichting, witwassen en valsheid in geschrifte. Ondanks haar medische en sociale omstandigheden, waaronder een depressieve stoornis en de zorg voor haar minderjarige kinderen, heeft de rechtbank geoordeeld dat de Staat der Nederlanden niet onrechtmatig handelt door de executie van de gevangenisstraf voort te zetten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de benodigde zorg voor [eiseres] ook in detentie kan worden geleverd en dat de negatieve gevolgen van detentie voor haar gezin inherent zijn aan het ondergaan van een gevangenisstraf. De vordering van [eiseres] is afgewezen, en zij is veroordeeld in de kosten van het geding.