Uitspraak
Rechtbank den haag
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
[eiser 3],
[eiser 4],
[eiser 4],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
€ 350.587,30 en de begrote schade ten gevolge van het niet uit kunnen oefenen van de koopoptie een bedrag van € 2.700.000,--.
gebruikvan de opstallen, anders dan ter vernieuwing, vervanging, modernisering dan wel instandhouding van de bestaande opstallen. De Landeigenaren stellen zich op het standpunt dat uit artikel 5.2 van de Akte expliciet volgt dat de Windturbines niet weggenomen mogen worden. Dit standpunt deelt de voorzieningenrechter echter niet. Windpark Rijnwoude heeft op grond van artikel 5:103 BW de bevoegdheden die voor het volle genot van haar recht nodig zijn. Niettemin kunnen in de akte van vestiging de bevoegdheden tot het gebruiken, het aanbrengen en het wegnemen van gebouwen en dergelijke worden beperkt. De opstaller heeft in beginsel op grond van zijn eigendomsrecht tijdens de duur daarvan een wegneemrecht, tenzij partijen anders zijn overeengekomen. Nu in de Akte niet met zoveel worden wordt gesproken over een beperking van het wettelijke wegneemrecht van Windpark Rijnwoude, maar in de Akte in artikel 5.2 enkel wordt gesproken over het gebruik van de opstallen, kan daaruit niet worden afgeleid dat partijen in afwijking van de wettelijke regeling zijn overeengekomen dat het Windpark Rijnwoude tijdens de duur van de overeenkomst niet zou zijn toegestaan de Windturbines weg te nemen. De vraag hoe in een schriftelijke overeenkomst de verhouding van partijen is geregeld, kan echter niet enkel worden beantwoord op grond van alleen een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen in de overeenkomst. Hierbij komt het tevens aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Partijen verwijzen daartoe beiden naar hetgeen is voorafgegaan aan het sluiten van de overeenkomst, alsmede naar hetgeen zich heeft afgespeeld nadat Windpark Rijnwoude in juni 2014 aan de Landeigenaren te kennen heeft gegeven dat zij niet tot verlenging van het opstalrecht zal overgaan. Gelet op de sterk uiteenlopende standpunten van partijen op dit punt, kan de bedoeling van partijen met betrekking tot de vraag of het wegneemrecht van Windpark Rijnwoude is beperkt in het beperkte kader van dit kort geding niet worden vastgesteld. Om deze bedoeling van partijen (te proberen) te achterhalen zal uitvoerige bewijslevering moeten volgen. Daarvoor biedt de kortgedingprocedure echter geen ruimte. In de gegeven situatie zal aansluiting worden gezocht bij de tekst van de Akte en dient er vooralsnog vanuit te worden gegaan dat partijen het wegneemrecht van Windpark Rijnwoude niet hebben beperkt in de door de Landeigenaren gestelde zin, nu zulks in de onderhavige procedure onvoldoende aannemelijk is geworden. Evenmin kan uit de Akte worden afgeleid dat er sprake is van een exploitatieplicht, inhoudende dat Windpark Rijnwoude gehouden zou zijn de Windturbines gedurende de gehele looptijd van het opstalrecht in exploitatie te houden. De vraag of de Landeigenaren schade lijden doordat de Windturbines vroegtijdig (voor het einde van de overeenkomst) worden weggenomen, kan bovendien buiten beschouwing blijven, nu de vaste retributies door Windpark Rijnwoude worden doorbetaald en ten aanzien van de variabele retributies tot een bedrag van € 250.000,-- zekerheid is gesteld.
alsdan aanwezige opstallenvan de opstaller over te nemen. Nu er, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, vanuit moet worden gegaan dat Windpark Rijnwoude bevoegd is de Windturbines voor het einde van het opstalrecht te verwijderen en zij de Windturbines inmiddels heeft verkocht, zullen de Windturbines bij het einde van het opstalrecht naar verwachting zijn ontmanteld en verwijderd. De in artikel 12.2 genoemde situatie doet zich dan niet voor, zodat de Landeigenaren daarop geen gegrond beroep toekomt. Ook de daarop gerichte vordering dient als summierlijk ondeugdelijk te worden beschouwd.