Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 28 juni 2016 in de zaak tussen
[eiseres] (eiseres) en [eiser] (eiser), te [woonplaats] , eisers
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder
Procesverloop
€ 55.678,93 (netto) teruggevorderd.
Overwegingen1.De rechtbank gaat bij de beoordeling uit van de volgende feiten en omstandigheden. Eiseres ontving sinds 24 september 2007 bijstand, laatstelijk ingevolge de Pw, naar de norm voor een alleenstaande. In september 2013 heeft verweerder een melding ontvangen dat eiseres zou zijn betrokken bij uitkeringsfraude. Naar aanleiding hiervan heeft verweerder administratief onderzoek gedaan naar eiseres en eiser. Eiseres stond op dat moment in de Basisregistratie Personen (Brp) ingeschreven op het adres [adres 1] te [plaats] . Eiser is eigenaar van een woning aan de [adres 2] te [plaats] en was in september 2013 als bijzonder opsporingsambtenaar (BOA) werkzaam bij de gemeente [plaats]. Uit het administratief onderzoek is het vermoeden ontstaan dat eiseres al jaren een gezamenlijke huishouding met eiser voert. Dat is voor verweerder aanleiding geweest om nader onderzoek te laten doen. De uitkomst van dat onderzoek is voor verweerder aanleiding geweest om het recht op bijstand van eiseres per 1 augustus 2010 in te trekken en van haar de over de periode van 1 augustus 2010 tot en met 24 april 2015 uitgekeerde bijstand terug te vorderen. Aan zijn besluitvorming heeft verweerder ten grondslag gelegd dat eiseres met eiser in die periode op het adres [adres 1] te [plaats] een gezamenlijke huishouding heeft gevoerd. Door daar geen melding van te maken, heeft zij haar inlichtingenplicht geschonden, waardoor zij ten onrechte bijstand heeft ontvangen.
4.5 De rechtbank is van oordeel dat de onderzoeksresultaten voldoende grondslag bieden voor het oordeel dat eiseres en eiser in de periode vanaf 1 augustus 2010 tot en met 24 april 2015 gezamenlijk hun hoofdverblijf hebben gehad op het adres [adres 1] te [plaats] . De rechtbank heeft daarbij het volgende in aanmerking genomen.
"Ik meen sinds een jaar of drie. Zij heeft zware operaties ondergaan. Daarbij is iets misgegaan. Zij had verzorging nodig. Dat ben ik gaan doen."Ook heeft eiser daarover verklaard: