Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 23 januari 2015, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
- de akte overlegging producties ten behoeve van de comparitie van partijen van [eiseres] ;
- de tijdens de comparitie van partijen namens partijen voorgedragen pleitnotities;
- het proces-verbaal van de op 8 oktober 2015 gehouden comparitie van partijen.
2.De feiten
Beseft, dat gij geen krijgsvolk zijt, doch brengers van recht en veiligheid aan een bevolking. Verlicht haar noden, vermeerdert deze niet. Onthoudt u van elke daad, die niet de toets van een scherpe critiek zou kunnen doorstaan. Zijt beslist, doch tevens menslievend en ontziet andermans eigendom.”
Ondanks de door mij herhaaldelijk in woord en geschrift gegeven waarschuwingen en zeer pertinent gestelde opdrachten, dat elk militair van het Leger in Indonesië zich onder alle omstandigheden heeft te gedragen als een goed soldaat betaamt in zijn behandeling van gevangenen en zijn optreden tegen verzetslieden, in zijn omgang met de bevolking en ten opzichte van eigendommen van anderen, bereiken mij nog telkenmale vermeende klachten over door militairen gepleegde misdragingen. (...) Ik heb U steeds voor gehouden, dat de militair zich onder alle omstandigheden heeft te gedragen naar de erecode, welke den soldaat siert:
- behandel Uw gevangenen streng; doch menselijk en rechtvaardig;
- bezorg de bevolking geen overlast, waar dit kan worden vermeden;
- ontzie andermans eigendommen te allen tijde, tenzij de gevechtsactie te dien aanzien onvermijdelijke maatregelen vereist;
- speel nimmer eigen rechter, dat is niet Uw taak, noch Uw bevoegdheid.”
“zuiveringsacties”uitgevoerd in de regio Malang op Oost-Java, in een poging om zo de nationalistische terreur te breken en gehoorzaamheid, rust en orde onder de lokale bevolking af te dwingen. Daarbij hebben voor zover nu van belang op 19 februari 1949 Nederlandse militairen op zoek naar Indonesische nationalisten enkele ongewapende Javaanse patiënten en Rode Kruis medewerkers van een in een school gehuisvest kerkelijk ziekenhuis in Peniwen gesommeerd om naar buiten te komen en hen vervolgens ter plekke geëxecuteerd.
II. Christelijke vrouwen wier eer geschonden was met ziekte als gevolg:
Uit de verklaringen van alle getuigen is de Commissie geen enkel feit bekend, waaruit mogelijk zou kunnen volgen dat verkrachting heeft plaatsgehad.”
“voor kennisgeving aangenomen”.
“met de grootschalige inzet van Nederlandse militairen in 1947 aan de verkeerde kant van de geschiedenis heeft geplaatst”.
Bekendmaking van de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Defensie van 10 september 2013 (…) van de contouren van een civielrechtelijke afwikkeling ter vergoeding van schade aan weduwen van slachtoffers van standrechtelijke executies in het voormalige Nederlands-Indië van vergelijkbare ernst en aard als Rawagedeh en Zuid Sulawesi(hierna: de Bekendmaking).
3.Het geschil
4.De beoordeling
toepasselijk recht
misdragingen’
excessen’ van Nederlandse militairen. Zij heeft kennisgenomen van de in de afgelopen periode door historici en in de hedendaagse maatschappelijke discussie geuite kritiek op het gebruik van deze term. Zij zal daarom in dit vonnis deze term niet langer gebruiken, maar spreken van ‘
misdragingen’ van Nederlandse militairen.
nu uit (moet) zijn”. Daarmee is verkrachting in de dagorders verwoord als in die periode vaker voorkomende zeer ernstige en zeer ongewenst geachte gedragingen van Nederlandse militairen.
acta iure imperii) waarvoor de Staat immuniteit van jurisdictie geniet buiten Nederland en alleen in Nederland in rechte kan worden betrokken. Op geen enkele manier blijkt dat [eiseres] binnen de korte verjaringstermijn van de Verjaringswet van 1924 of de in artikel 2004 BW (oud) neergelegde verjaringstermijn van dertig jaar feitelijk toegang had tot de Nederlandse rechter.
eruit, eruit”. Daarop kwam [eiseres] uit haar schuilplaats. Ze zag vijf Nederlandse militairen die, terwijl zij een geweer op haar borst richtten, aan haar vroegen waar de mannen waren. [eiseres] antwoordde dat ze allemaal naar de rijstvelden waren. Vervolgens sleepte een soldaat haar naar een andere kamer. [C] mocht niet mee. [eiseres] werd daar door de soldaat met geweld uitgekleed. In haar eerste verklaring van 26 november 2014 staat:
In de kamer werd ik door die militair lachen(d) uitgekleed totdat ik helemaal naakt ben, die militair vingerde mijn vagina, ik smeekte “sampun ndoro – sampun ndoro”(niet doen meneer niet doen meneer) maar omdat ik onder schot werd gehouden was ik bang ik kon niets doen. Onder schot werd ik gedwongen te dienen een gemeenschap te doen als man en vrouw de 5 Nederlandse militairen om de beurt één voor één.”
eruit, eruit” schreeuwden. Zij zag dat [eiseres] in een kamer werd meegesleurd door “
het Nederlandse leger”. [C] werd bedreigd met een geweer en mocht niet mee. Ze herinnert zich dat de soldaten om de beurt de kamer in gingen. Nadat de soldaten verdwenen waren, ging ze naar de kamer waar [eiseres] zich bevond. Daar verborgen ze zich samen onder het bed.
omdat hij door de T.N.I. was afgevoerd.”Wel door de commissie Pel gehoorde getuigen hebben verklaard dat ds. [A] op 13 april 1949, toen hij samen met andere getuigen onderweg was naar de commissie Pel “
door de tentara”is aangehouden en teruggestuurd. Op 15 april 1949 is ds. [A] uit een vergadering van de kerkraad naar buiten geroepen en weggevoerd “
door in het zwart geklede tentaraleden”. Toen de (Nederlandse) politie en militairen ds. [A] op 18 april 1949 kwamen halen, kregen zij te horen dat ds. [A] en andere getuigen door “
de tentara”waren weggevoerd.
Uit al deze elkaar tegensprekende verklaringen meent de Commissie als haar overtuiging te moeten uitspreken, dat zij de indruk heeft gekregen, dat de lezing van de burgergetuigen de meest betrouwbare moet worden geacht (...)”
Alhoewel op enkele ondergeschikte punten geen zekerheid kon worden verkregen, delen ondergetekenden het oordeel van de commissie dat de lezing welke door de militairen aan het voorgevallene wordt gegeven, behoort te worden verworpen.”
Elke onregtmatige daad, waardoor aan een ander schade wordt toegebragt, stelt dengenen door wiens schuld die schade veroorzaakt is in de verpligting om dezelve te vergoeden” –aansprakelijk is voor haar verkrachting door Nederlandse militairen omdat het onrechtmatige gedrag van die militairen aan de Staat moet worden toegerekend, aangezien:
command responsibility, een in het internationaal strafrecht geaccepteerde vorm van middellijk daderschap.
een ambtenaar, die handelingen pleegt in strijd met zijn instructien (...) aldus handelend, niet optreedt als orgaan van – of vertegenwoordigende den Staat.”(HR 22 juni 1917, NJ 1917, 778, zie ook HR 26 maart 1920, NJ 1920, 476).
command responsibilityvolgens de destijds geldende inzichten had kunnen leiden tot toerekening van het handelen van militairen aan de Staat op grond van artikel 1401 BW (oud).
Men is niet alleen verantwoordelijk voor schade welke hij door zijne eigene daad veroorzaakt, maar ook voor die welke veroorzaakt is door de daad van personen voor welke men aansprakelijk is (…)”.
:
De hierboven vermelde verantwoordelijkheid houdt op, indien de (…) bewijzen, dat zij de daad voor welke zij aansprakelijk zijn, niet hebben kunnen beletten.”
dat het verder onverschillig is of, - zooals bij het middel wordt beweerd – de oorspronkelijke eischers op art. 1403 met zoovele woorden een beroep hebben gedaan, en het voor de toepassing dier wetsbepaling door den rechter voldoende is, wanneer daarvoor de noodige feiten gesteld zijn.”
dat, anders dan het Hof schijnt te meenen, de aansprakelijkheid van den meester ingevolge voormeld voorschrift (artikel 1403 lid 3 BW (oud), toevoeging rechtbank) zich ook uitstrekt tot opzettelijk door den ondergeschikte gepleegde misdrijven en baldadigheden, ook al vallen deze als regel buiten de taak door den meester aan den ondergeschikte opgedragen, mits deze vergrijpen plaats vinden in de werkzaamheden, waartoe de meester den ondergeschikte gebruikt;
werkzaamheden, waartoe de ondergeschikte de meester gebruikt”ook omvatten:
werkzaamheden die buiten de taak der ondergeschikten vallen, doch daartoe in een zoodanig verband staan, dat zij in den zin van evenvermelde wetsbepaling (artikel 1403 BW (oud), toevoeging rechtbank) te beschouwen zijn als verricht in de werkzaamheden, waartoe de ondergeschikten worden gebruikt door degenen, die hen hebben aangesteld.”
Compensatie na seksueel misbruik van minderjarigen: Advies aan de Bisschoppenconferentie en de Konferentie van Nederlandse Religieuzen’ van 20 juni 2011. Zij stelt dat zij tussen de in dit advies genoemde categorie 4 (€ 25.000 voor eenmalige tot enkele malen verkrachting) en 5 (€ 100.000 voor uitzonderlijke gevallen van seksueel misbruik) in zit.