Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.Het incident tot tussenkomst/voeging
3.De feiten
- zij, gelet op het niet bestaan van een rechtsplicht tot het vermelden van niet-onherroepelijke boetebesluiten, de onschuldpresumptie en de omstandigheid dat de Belastingdienst niet heeft gevraagd om een opgave van lopende procedures, het standpunt heeft mogen innemen dat van een ernstige fout geen sprake is, nu in verband met het tegen de boetebesluiten ingestelde hoger beroep niet onherroepelijk vaststaat dat mededingingsregels zijn overtreden en dat om die reden van een valse of onvolledige verklaring geen sprake is;
- het op de weg van de Belastingdienst ligt om aan te tonen dat ondanks het ontbreken van een onherroepelijk oordeel sprake is van een situatie die tot een voorzienbare en als proportioneel aan te merken uitsluiting leidt;
- van kwade opzet of een nalatigheid van een zekere ernst bij de uitvoering van de Telecommunicatiewet geen sprake is en dat de professionele geloofwaardigheid van KPN evenmin op het spel staat, nu de boetebesluiten geen betrekking hebben op hardcore schendingen van de mededinging maar op schendingen van zogenaamde risicosfeer-verplichtingen;
- de Belastingdienst, los van het voorgaande, toepassing dient te geven aan de proportionaliteitstoets.
- de vaststelling en beboeting door de ACM van door KPN begane overtredingen maakt dat de uitsluitingsgrond uit artikel 2.87, eerste lid sub c, Aw 2012 van toepassing is;
- een inschrijver in de Eigen verklaring melding moet maken van een op hem van toepassing zijnde uitsluitingsgrond en moet toelichten waarom hij meent toch in aanmerking te kunnen komen voor gunning van de Opdracht;
- de Eigen verklaring inhoudelijk niet mag worden gewijzigd en de inschrijver – bij gebreke van voormelde toelichting – met het ondertekenen van de Eigen verklaring dus verklaart dat zijn onderneming geen ernstige fout in de uitoefening van het beroep heeft begaan;
- ingeval van een ernstige fout bij ondertekening van de Eigen verklaring voormelde toelichting moet zijn gegeven en alleen in dat geval geen sprake is van het afleggen van een valse verklaring;
- wanneer een onafhankelijke autoriteit in een besluit of vonnis heeft vastgesteld dat een inschrijver ernstige verwijtbare overtredingen heeft begaan en deze overtredingen met forse boetes zijn bestraft, het voor een behoorlijk geïnformeerd en normaal oplettend inschrijver duidelijk moet zijn dat dit de uitsluitingsgrond ex artikel 2.87, eerste lid sub c, Aw 2012 betreft en deze dus gemeld dient te worden in de Eigen verklaring;
- de omstandigheid dat de inschrijver in kwestie het niet eens is met een herroepelijke veroordeling of boetebeschikking onverlet dat op hem de verplichting rust om herroepelijke veroordelingen en boetes, die kwalificeren als ernstige fout, in de Eigen verklaring te melden;
- het voor rekening en risico van KPN komt dat zij de boetebesluiten niet heeft gemeld en evenmin in de Eigen verklaring heeft vermeld waarom het bestaan daarvan niet tot uitsluiting zou kunnen leiden, te meer nu de eis is gesteld dat de inschrijver in de Eigen verklaring aangeeft of uitsluitingsgronden van toepassing zijn en dat hij de Eigen verklaring volledig en naar waarheid invult;
- het verstrekken van onjuiste of onvolledige informatie leidt tot uitsluiting op grond van artikel 2.87, eerste lid sub c, Aw 2012;
- ter zake laatstgenoemde uitsluitingsgrond slechts wordt toegekomen aan een proportionaliteitstoets als de uitsluitingsgrond en de toelichting als hiervoor bedoeld in de Eigen verklaring zijn vermeld.
4.Het geschil
primairde Belastingdienst te veroordelen de Opdracht definitief aan haar te gunnen, voor zover hij nog tot definitieve gunning wenst over te gaan. Subsidiair vordert Telindus de Belastingdienst te veroordelen de inschrijving van KPN aan een herbeoordeling te onderwerpen, zulks zowel primair als subsidiair met veroordeling van KPN in de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente en nakosten.