Uitspraak
Rechtbank den haag
1.[gedaagde] ,
zij die verblijven in de onroerende zaak, staande en gelegen aan de [adres] te [woonplaats] of een gedeelte daarvan,
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. N.C. van Eck, een kort geding aangespannen tegen de gedaagden, die zich zonder recht of titel in een onroerende zaak bevonden. De eiser vorderde dat de gedaagden de onroerende zaak zouden verlaten. Tijdens de zitting op 20 januari 2016 zijn de gedaagden niet verschenen, waardoor verstek is verleend. De voorzieningenrechter heeft de vordering van de eiser beoordeeld en geoordeeld dat deze niet onrechtmatig of ongegrond is. De rechter heeft bepaald dat de gedaagden de onroerende zaak binnen 24 uur na betekening van het vonnis moeten verlaten. Tevens is bepaald dat het vonnis tot een half jaar na de uitspraak kan worden herhaald ten uitvoer gelegd tegen een ieder die zich zonder recht of titel in de onroerende zaak bevindt. De gedaagden zijn als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 910,82. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. G.P. van Ham op 22 januari 2016.