ECLI:NL:RBDHA:2016:54
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening van het dagloon in het kader van de Ziektewet en de ingangsdatum van de herziening
Op 5 januari 2016 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak tussen een eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de herziening van het dagloon in het kader van de Ziektewet (ZW). Eiseres had zich op 24 oktober 2014 ziek gemeld en ontving een ZW-uitkering die aanvankelijk was vastgesteld op € 16,97. Na bezwaar van eiseres werd dit bedrag herzien naar € 49,40 per 24 maart 2015. Eiseres stelde dat zij ten onrechte niet was gehoord en dat de herziening van het dagloon met terugwerkende kracht naar 29 december 2014 had moeten ingaan.
De rechtbank oordeelde dat de herziening van het dagloon terecht per 24 maart 2015 was vastgesteld. De rechtbank stelde vast dat eiseres niet tijdig bezwaar had gemaakt tegen het eerdere besluit van 19 januari 2015, waarin het dagloon was vastgesteld. De rechtbank concludeerde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herziening van het eerdere besluit rechtvaardigden. Eiseres had in haar verzoek om herziening geen nieuwe informatie aangedragen die de eerdere beslissing kon beïnvloeden.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en oordeelde dat de Uwv de herziening van het dagloon correct had uitgevoerd. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 5 januari 2016, en eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.