ECLI:NL:RBDHA:2016:3125
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van AIO-aanvulling wegens weigering opgave CIN-nummers
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 maart 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, een echtpaar dat een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) ontving, en de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (Svb). De Svb heeft op 13 mei 2015 besloten de AIO-aanvulling van eisers met ingang van 1 mei 2015 definitief te beëindigen, omdat eisers weigerden hun Marokkaanse identiteitsnummers (CIN-nummers) te verstrekken, welke informatie noodzakelijk was voor het vaststellen van hun recht op AIO-aanvulling. Eisers hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar de Svb heeft dit ongegrond verklaard.
Tijdens de zitting op 23 februari 2016 heeft de rechtbank de argumenten van beide partijen gehoord. Eisers stelden dat zij niet op de hoogte waren dat het verstrekken van de CIN-nummers een vereiste was voor het voortduren van de AIO-aanvulling. De Svb heeft echter betoogd dat de CIN-nummers essentieel zijn voor het uitvoeren van een rechtmatigheidsonderzoek, zoals vereist door artikel 53a van de Participatiewet (Pw). De rechtbank oordeelde dat de Svb bevoegd was om deze informatie op te vragen en dat eisers verplicht waren om hieraan mee te werken.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Svb op basis van artikel 54 van de Pw het recht op AIO-aanvulling kon opschorten, herzien of intrekken, omdat eisers niet aan hun inlichtingenplicht voldeden. De rechtbank heeft het beroep van eisers gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand gelaten, omdat de Svb terecht had geconcludeerd dat het recht op AIO-aanvulling niet kon worden vastgesteld zonder de gevraagde informatie. De rechtbank heeft de Svb ook veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eisers.