4.3.Bij fax van 20 februari 2004 geeft de bestuurder van [limited X] aan Credit Suisse Private Banking te Montreux, Zwitserland opdracht om een (vooruit)betaling van USD 150.000 te doen in verband met de in 4.2 vermelde investering.
5. In een bijlage bij de voor het jaar 2002 ingediende aangifte IB/PVV van de echtgenoot staat:
“Bijlage bij de aangifte inkomstenbelasting 2002 (…)
[de echtgenoot] blijkt beneficiairy te zijn van [de trust]. Deze trust is ingesteld door wijlen zijn moeder, […], overleden op [datum] 2000. Het betreft een zogeheten irrevocable discretionary trust, van welke trust [de moeder van de echtgenoot] eerste begunstigde was en [de echtgenoot] tweede begunstigde is. Ten onrechte is de betrokkenheid van [de echtgenoot] niet in de voorgaande aangiften vermeld.
Ook is [de echtgenoot] medegerechtigde tot de nalatenschap van zijn moeder. Omdat omtrent de verdeling daarvan onenigheid bestaat, is de waarde van zijn aandeel in de nalatenschap op nihil gesteld. Zulks geldt ook voor 2001”
Verweerder heeft tweemaal vragen gesteld over de aangifte 2002 van de echtgenoot. Deze vragen zijn bij brieven van 8 december 2004 en 17 november 2006 (zie onder 8 hierna) namens de echtgenoot beantwoord.
6. Tot de gedingstukken behoort een document genaamd ‘notes of a meeting held (…), Guernsey on Friday 17th June 2005 (…)’ waarbij eiseres en haar echtgenoot alsmede onder meer een vertegenwoordiger van Credit Suisse (Guernsey) Limited aanwezig waren. Uit die aantekeningen blijkt dat eiseres en haar echtgenoot hebben gevraagd het vermogen op de (door [limited X]) in Montreux aangehouden bankrekening over te boeken naar een in Guernsey aangehouden bankrekening van Credit Suisse. De echtgenoot zou de contactpersoon van Credit Suisse in Montreux bellen om hem te informeren over de voorgenomen wijziging. In die aantekeningen staat ook dat eiseres en haar echtgenoot de bank/effectenrekening willen beheren en dat de zij geen correspondentie in Nederland wensen te ontvangen.
7. Tot de gedingstukken behoort een – op 20 juni 2005 namens [limited X] en door eiseres en haar echtgenoot ondertekend – document genaamd ‘Authority for Third Party to Give instructions on Account’ met betrekking tot de door [limited X] bij Credit Suisse (Guernsey) Limited aangehouden bank/effectenrekening. In dit document staat dat eiseres en haar echtgenoot door [limited X] volledig worden gemachtigd om namens [limited X] het beheer over de rekening te voeren. Volgens dit document zijn zij niet bevoegd om gelden op te nemen, zekerheden te stellen of gelden over te maken.
8. Bij brief van 17 november 2006 schrijft de voormalig gemachtigde van de echtgenoot met betrekking tot zijn aangifte 2002 onder meer het volgende:
“(…)
5. De uit de aangifte IB 2002 blijkende betrokkenheid bij [trust] betreft niet een op geld waardeerbaar vermogensrecht voor mijn cliënt. Derhalve is daaromtrent geen vordering opgenomen in de aangifte.”
Verweerder heeft vervolgens, zonder nader onderzoek te doen, de definitieve aanslag IB/PVV voor het jaar 2002 opgelegd.
9. Bij arrest van 3 juli 2008 heeft Hof Amsterdam - naar aanleiding van een door enkele familieleden aangespannen procedure - de echtgenoot veroordeeld tot het betalen van respectievelijk € 736.248,41 (verhoogd met de overeengekomen rente van 6% vanaf de vervaldatum tot 30 oktober 2000 en verhoogd met de wettelijke rente vanaf 30 oktober 2000 tot de dag der algehele voldoening), USD 722.490 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 oktober 2000 tot de dag der algehele voldoening) en € 259.271,86 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 oktober 2000 tot de dag der algehele voldoening) aan de boedel van wijlen zijn moeder. In deze uitspraak is tevens het volgende opgenomen:
“(…) dat zich in het dossier een memo bevindt van [erflater] aan zijn broer (…) van 22 mei 1997. (…) De inhoud ervan luidt als volgt:
(…)
Lijkt me nuttig dit epistel niet op te bergen en te verscheuren na lezing, want er komen nog andere stukken over. (…) Wel mogelijk met een trust, waar Ante (Hof: de bijnaam van [de moeder van echtgenoot]) een schenking doet ter waarde huis, welke schenking schuldig blijft totdat huis wordt verkocht. (…) Wij blijven ook de beslissingen nemen, alhoewel er naar buiten toe een trustee is die alleen bevoegd is. (…)”.
10. Tot de gedingstukken behoort een document genaamd ‘Base/Source Activity Report’ van [limited X]. In dit document staat achter de datum 31/10/2008: ‘s/h loan repaid [de echtgenoot] € 1100000’en achter de datum 14/01/2009: ‘s/h loan repaid [de echtgenoot]
€ 600k’.