Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] ,
hierna eiser,
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
Procesverloop
Overwegingen
Ter ondersteuning van de huidige asielaanvraag heeft eiser de volgende stukken overgelegd:
a) verzoek van de vader van eiser aan de politie, bekrachtigd door de dorpsoudsten van 28 oktober 2014;
b) verklaring van het politiekorps c.q. de dorpshoofden van 27 oktober 2014 inzake de moord op [naam 1] door gewapende mannen;
c) foto’s van neef [naam 1] en diens graf:
d) kopie van de taskera van [naam 2] , de broer van eiser;
e) kopie van de taskera van [naam 3] , de broer van neef [naam 1] ;
f) kopie van dreigbrieven van de Taliban van 6 mei 2010, 9 mei 2013 en 23 april 2013;
g) kopie van verklaringen van twee dorpsoudsten van 12 januari 2010 inzake de dood van [naam 3] door de Taliban;
h) nieuwsbericht over de dood van de broer van eiser van [datum] ;
i) medisch schrijven van een arts van Kruis Post te Amsterdam van 31 maart 2015.
3. Voorts heeft eiser in de aanvullende gronden van beroep van 18 februari 2016 aan zijn voorliggende asielaanvraag zijn homoseksuele geaardheid ten grondslag gelegd en, onder verwijzing naar de uitspraak van de meervoudige kamer van deze rechtbank en zittingsplaats van 18 januari 2016 (ECLI:NL:RBDHA:2016:629), aangevoerd dat verweerder hierover een standpunt dient in te nemen.
3.1 Verweerder stelt zich bij brief van 16 augustus 2016 op het standpunt dat eiser eerst in de beroepsfase naar voren heeft gebracht dat hij een homoseksuele geaardheid heeft en dat dit motief geen verband houdt met hetgeen eerder naar voren is gebracht. Uit een uitspraak van de Afdeling van 21 juni 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:35) volgt dat een dergelijk motief niet krachtens 83 Vw bij de beoordeling van het beroep betrokken kan worden. Artikel 40 van de Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van de internationale bescherming (de Procedurerichtlijn) brengt hierin geen verandering. Eiser dient een nieuwe aanvraag in te dienen voor een inhoudelijke beoordeling van dit motief.
In het verweerschrift heeft verweerder hieraan toegevoegd dat de gestelde homoseksuele geaardheid van eiser geen verband houdt met de in de bestuurlijke fase naar voren gebrachte asielmotieven. Artikel 83a Vw betreft de implementatie van artikel 46 van de Procedurerichtlijn. Uit die richtlijn blijkt niet dat hier de verplichting onder valt om geheel nieuwe asielmotieven bij de beoordeling van het beroep te betrekken. Verweerder meent dan ook dat de gestelde homoseksuele geaardheid van eiser niet bij de beoordeling van het beroep kan worden betrokken.
‘to ensure full respect of fundamental rights as it is informed by developing case law of the Court of Justice of the European Union and the European Court of Human Rights, especially concerning the right to an effective remedy’(COM(2011) 319, final, p. 4).
Nu verweerder in geval van eiser in strijd met artikel 83 Vw geen aanleiding heeft gezien een standpunt dienaangaande in te nemen, treft de grond van eiser doel.
De rechtbank zal met toepassing van artikel 8:75, eerste lid, Awb verweerder veroordelen in de kosten die eiser heeft gemaakt. De kosten zijn op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht € 992,- (1 punt voor het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, wegingsfactor 1).
Beslissing
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten en draagt verweerder op € 992,- te betalen.
- veroordeelt verweerder in de proceskosten en draagt verweerder op € 496,- te betalen.