Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.Het incident tot tussenkomst dan wel voeging
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling van het geschil
als integraal onderdeel vanhet asliftsysteem, dat standpunt wordt verworpen. Dat geldt ook voor het standpunt van Autec dat door de RDW met dit antwoord een mechanisch gelijkloopsysteem is geëist met een schaarconstructie, zijnde de techniek zoals in het systeem van Autec wordt gehanteerd. Ook dat vereiste kan niet uit vraag en antwoord worden afgeleid. Als dat wel het geval zou zijn geweest en als de stelling van Autec dat alleen zij dit kan bieden juist is, dan zou Maha naar alle waarschijnlijkheid ook terecht een beroep hebben kunnen doen op schending door de RDW van de beginselen van het aanbestedingsrecht, zo hebben de RDW en Maha terecht opgemerkt. De stelling van Autec ter zitting dat zij als geen ander weet hoe zij de vraag heeft bedoeld, maakt het vorenstaande niet anders. Indien die bedoeling immers, zoals hier, niet blijkt uit de vraag, leidt toepassing van de CAO-norm als vermeld onder 5.2 ertoe dat daar geen rekening mee gehouden kan worden.