Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 september 2016 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
“tering lafbekken hebben tijdens ADO-Ajakkus wel 1000 parkeerbonnen uitgeschreven terwijl mensen in het stadion zaten....................gore tyfusleijers...............waar mensen geparkeerd hadden op een zondag deden ze niemand kwaad...............alles was gesloten daar op een industrie wijk………………..honden zijn het……….rij jezelf maar te pletter op je motor!!!!”.
“Ten slotte zou bij de effectuering van de voorgenomen disciplinaire straf na aftrek van vergoedingen voor kosten die de ambtenaar dan niet meer maakt, voor hem een netto inkomensverlies resteren van (€2.387,14 - €1.633,27 =) € 754,87 per maand. Mede gelet op het bovenstaande beschouwt de commissie dit inkomensverlies als een te zware sanctie voor het door de ambtenaar gepleegde plichtsverzuim. Zij acht het onvoorwaardelijk opleggen van de voorgenomen disciplinaire straf dan ook onevenredig aan de aard en ernst van dit plichtsverzuim. Het voorwaardelijk opleggen van deze straf acht zij hieraan wel evenredig”.