ECLI:NL:RBDHA:2016:1101
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens niet hoofdverblijf op uitkeringsadres
Op 5 februari 2016 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek (ISD). Eiseres ontving een bijstandsuitkering, maar deze werd door verweerder herzien en ingetrokken over de periode van 1 november 2014 tot en met 31 december 2014, omdat eiseres niet meer haar hoofdverblijf had op het uitkeringsadres. Verweerder baseerde deze beslissing op een melding van de bijstandsconsulente en een huisbezoek, waaruit bleek dat eiseres voornamelijk bij haar ex-partner verbleef. Eiseres voerde aan dat zij haar hoofdverblijf op het uitkeringsadres had behouden en dat zij niet had geschonden van haar inlichtingenplicht. De rechtbank oordeelde dat de onderzoeksbevindingen voldoende grondslag boden voor de conclusie dat eiseres haar hoofdverblijf niet op het uitkeringsadres had. De rechtbank achtte de verklaringen van eiseres tijdens het verhoor op 28 januari 2015 doorslaggevend, waarin zij aangaf dat zij bijna dagelijks bij haar ex-partner was en daar het grootste deel van haar tijd doorbracht. De rechtbank concludeerde dat eiseres haar inlichtingenverplichting had geschonden, wat leidde tot de intrekking van de bijstandsuitkering en de terugvordering van het onterecht ontvangen bedrag van € 2.313,81. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard.