Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.Bewijsoverwegingen
- op 2 oktober 2010 een geldbedrag van € 1.000,00;
- op 11 oktober 2010 een geldbedrag van € 1.000,00;
- op 19 oktober 2010 een geldbedrag van € 450,00;
- op 23 oktober 2010 een geldbedrag van € 500,00;
- op 22 februari 2011 een geldbedrag van € 117,00 (onder vermelding van ‘verkeerde overboeking’), een geldbedrag van € 800,00 (onder vermelding van ‘boodschappengeld’) en een geldbedrag van € 100,00 (onder vermelding van ‘verkeerde overboeking’);
- op 25 februari 2011 een bedrag van € 1.000,00 (onder vermelding van ‘afbetaling [getuige 4] ’);
- op 8 maart 2011 een geldbedrag van € 1.000,00 (onder vermelding van ‘voor Ria’);
- op 14 maart 2011 een bedrag van € 800,00 (onder vermelding van ‘voor Ria boodschappengeld’).
wederrechtelijkhebben toegeëigend. Derhalve zal de rechtbank verdachte vrijspreken van de haar onder 3 primair en subsidiair tenlastegelegde feiten.
- € 8.000,00 onder vermelding van ‘afbetaalde lening 2008’,
- € 11.000,00 onder vermelding van ‘afbetaalde lening 2009’
- € 5.000,00 onder vermelding van ‘afbetaalde lening 2010’.
2 oktober2010 tot en met
14 maart 2011te Hazerswoude-Dorp en/of elders in Nederland met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
sleutels, te weten door oneigenlijk gebruik van overschrijvingsformulieren en internetbankieren van die [benadeelde] ;
envan 24.000,- euro en 3.200,- euro, die toebehoorden aan [benadeelde] ,
haarbereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door oneigenlijk gebruik van overschrijvingsformulieren van die [benadeelde] ;
27.200,-euro (24.000,- euro en 3.200,- euro)
ende herkomst heeft verhuld, door meermalen telkens op medeverdachtes bankrekening geld te ontvangen van de bankrekening van [benadeelde] onder vermelding van
afbetaaldelening 2008 en
afbetaaldelening 2009 en
afbetaaldelening 2010 en opslag
autoosen/of huur
autoosen geld contant op te nemen, terwijl verdachte telkens wist dat
ditvoorwerp onmiddellijk afkomstig was uit enig misdrijf
ditvoorwerp onmiddellijk afkomstig was uit enig misdrijf.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De vordering van de benadeelde partij
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden;
2 (twee) jarenvastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
180 (honderdtachtig)uren;
90 (negentig) dagen;