Uitspraak
Rechtbank den haag
1.[A],
[B],
[C],
[D]
1.De procedure
2.De feiten
het bevorderen van godsdienstige, culturele en sociale belangen der Moslims, alsmede van de betrekking met andere gelijksoortige nationale en internationale organen en instellingen;
het bevorderen van de studie van de Islam;
het prediken, verkondigen en verbreiden van de Islamitische leer zoals zij is vastgesteld in de Heilige Koran en de overlevering van de heilige profeet Mohamed;
het oprichten en instand-houden van moskeën, scholen, bibliotheken en bejaardencentra;
het bevorderen van goede intergodsdienstige betrekkingen.
leden;
(…)
Leden wier gedrag in strijd is met deze statuten en de op grond daarvan vastgestelde reglementen kunnen door het bestuur of de Algemene ledenvergadering worden geroyeerd.
In geval van royement door het bestuur vereist die bestuursdaad op de eerstvolgende ledenvergadering de goedkeuring van de Algemene ledenvergadering. Blijft de goedkeuring achterwege of wordt de goedkeuring geweigerd dan wordt die bestuursdaad geacht nooit te zijn verricht.
Degenen ten aanzien van wie een besluit tot royement is genomen worden ten spoedigste hiervan schriftelijk en met opgaaf van reden(en) door het bestuur in kennis gesteld.
In geval van royement door het bestuur zijn de desbetreffende personen gerechtigd om binnen een maand nadat zij daarvan schriftelijk in kennis zijn gesteld, daartegen schriftelijk in verzet te komen bij de Algemene ledenvergadering, die alsdan in hoogste instantie beslist.
Gedurende deze verzetsprocedure wordt de werking der royering opgeschort totdat omtrent in hoogste instantie finaal is beslist.
Tegen royement door de Algemene ledenvergadering is geen verzet mogelijk.
Een ledenvergadering kan alleen besluiten nemen, wanneer tenminste zevenenzestig pocent (67%) van het aantal stemgerechtigde leden aanwezig is en slechts over onderwerpen, in de oproeping vermeld.
(…)
Is aan de vereisten, genoemd in het eerste lid, niet voldaan, dan beslist een opzettelijk daartoe bijeengeroepen volgende ledenvergadering, welke niet later dan dertig dagen na de eerste vergadering wordt gehouden, met gewone meerderheid van de alsdan uitgebrachte geldige stemmen.
“zij zich geruime tijd ernstige zorgen maken op het voor hun op feiten gebaseerde signalen van onverantwoord besturen van de vereniging.”In de brief staat voorts vermeld dat
“een belangrijk onderdeel van deze argumenten zijn gebaseerd op feiten m.b.t. financieel wanbeheer van de vereniging en bestuursbesluiten die zonder statutaire draagvlak genomen worden.”[A] c.s. verzoeken het bestuur een aantal concrete, in de brief genoemde, agendapunten te agenderen.
“Oproep BLV 28 december 2014”verzonden. In die brief staat, voor zover nu relevant, vermeld: