Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[A.],
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid HOFFLAND B.V.,
[B.], handelend onder de naam
BRIELLE INDUSTRIE SERVICES,
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 mei 2013 met producties 1 t/m 26;
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie van 25 september 2013 met producties 1 t/m 27;
- de incidentele vordering tot voorlopige voorziening voor de duur van het geding van
- de akte houdende vermeerdering van eis van de incidentele vordering tot voorlopige voorziening voor de duur van het geding van 2 oktober 2013 van Hoffland c.s.;
- de conclusie van antwoord in incident van 9 oktober 2013 met producties 1 t/m 7;
- de akte overlegging producties van 4 februari 2014 van Hoffland c.s. met producties
- de akte overlegging productie van 4 februari 2014 van Jet Set c.s. met productie 8;
- de faxberichten van 3 februari 2014 van partijen met overzichten van de proceskosten in het incident;
- het pleidooi in het incident van 4 februari 2014 en de daarbij door partijen voorgedragen en overgelegde pleitnotities;
- het incidenteel vonnis van 26 februari 2014, zoals aangevuld bij herstelvonnis van
- de conclusie van repliek in conventie, tevens incidentele conclusie houdende voorlopige voorziening (223 Rv) en vordering tot inzage (843a Rv), tevens akte vermeerdering van eis en van grondslag alsmede conclusie van antwoord in reconventie en akte overlegging producties van 9 april 2014 met producties 27 t/m 36;
- de akte van 9 april 2014 inzake het depot van een variant snijinrichting ADMAC door de advocaat van Jet Set c.s.;
- de brief van 16 april 2014 van Jet Set c.s. met de aanvullende productie 37;
- de conclusie van antwoord in het incident tot het treffen van een voorlopige voorziening en in het incident ex artikel 843a Rv van 23 april 2014 met producties 1 t/m 5;
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie van 21 mei 2014 met producties 26 t/m 29 (deze nummering overlapt deels met die van de producties bij de conclusie van antwoord);
- de conclusie van dupliek in reconventie van 9 juli 2014 met productie 38;
- de akte houdende wijziging eis van 9 juli 2014 van Jet Set c.s.;
- de antwoordakte in verband met de eiswijziging in conventie, tevens akte uitlating productie 38 in reconventie van 6 augustus 2014;
- de akte overlegging aanvullende producties tevens akte wijziging van eis van Jet Set c.s. van 6 maart 2015 met producties 39 tot en met 47;
- de akte overlegging producties van 6 maart 2015 van Hoffland c.s. met producties
- de akte houdende bezwaar tegen de eisvermeerdering in conventie van 6 maart 2015 van Hoffland c.s.;
- de op 5 maart 2015 per fax en e-mail toegezonden aanvullende kostenspecificaties van partijen;
- het pleidooi van 6 maart 2015, waarbij Jet Set c.s. hun standpunten in de hoofdzaak hebben doen bepleiten door hun advocaat, bijgestaan door ir. [octrooigemachtigde 1], octrooigemachtigde en Hoffland c.s. door mr. F.I.S.A.L. van Velsen te Rotterdam, overeenkomstig de bij het dossier gevoegde pleitnotities.
2.De feiten
System and method for cutting steel plate. Het octrooi is onder meer voor Nederland verleend op 14 maart 2007. Er is een beroep gedaan op prioriteit van de Nederlandse octrooiaanvrage NL 1 020 622 van 17 mei 2002 .
,preferably less than 0.1 m/s, more preferably less than 0.06 m/s
,with an engine speed of about 3000 rpm or a hydraulic output of about 25 l/min.
(v) Daartoe omvat het systeem een hydraulische of pneumatische pomp en een verplaatsbare snijinrichting die is voorzien van een hydraulische of pneumatische motor voor het voortbewegen van de snijinrichting, waarbij de pomp en de motor middels slangen hydraulisch of pneumatisch met elkaar verbonden zijn.
(vi) De snijinrichting kan op deze wijze zelfstandig door de olieopslagtank rijden, eventueel begeleid en bediend door een operator, terwijl de pomp buiten de tank wordt opgesteld.
2.9. Op 11 maart 2013 heeft Jet Set c.s., na daartoe op 5 maart 2013 verkregen verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam, een gedetailleerde beschrijving laten maken van de voor de werkzaamheden aan tank 108 bij [C] door Hoffland c.s. gebruikte machine en conservatoir bewijsbeslag doen leggen op zich onder Hoffland c.s. bevindende (digitale) documenten. Het proces-verbaal van de gerechtsdeurwaarder van 11 maart 2013 met een gedetailleerde beschrijving van de bij [C] gebruikte machine is aan Jet Set c.s. ter beschikking gesteld. De door de gerechtsdeurwaarder in beslag genomen fysieke documenten zijn tezamen met een kopie van de inbeslaggenomen digitale data in gerechtelijke bewaring gegeven bij DigiJuris B.V.
a. Jet Set Hydro op 11 maart 2013 een bewijsbeslag heeft doen leggen onder Hoffland B.V. en [B.] tijdens uitvoering van werkzaamheden door de onderaannemer van Hoffland B.V., de heer [B.] aan tank 108 (…);
(…)
1. [B.] verklaart hierbij jegens Jet Set Hydro dat de door Hoffland B.V. in opdracht gegeven werkzaamheden aan [B.] met gebruikmaking van de apparatuur waarmee beweerdelijk inbreuk op octrooi EP 630 wordt gemaakt, na het op 11 maart 2013 gelegde bewijsbeslag zijn gestaakt. [B.] verklaart hierbij tevens iedere handeling als bedoeld in artikel 70 ROW (1995) waarmee inbreuk wordt gemaakt op EP630 blijvend te staken, alsmede e.e.a. gestaakt te houden zolang EP630 van kracht is en zolang niet is bepaald bij een tussen Partijen geldende rechterlijke beslissing met kracht en gezag van gewijsde dat [B.] geen inbreuk zou maken op EP630.
Na uitvoerige bestudering van het werktuig/track heb ik geconstateerd dat deze wordt voortbewogen door een tweetal elektromotoren die worden gevoed door 24 Volt (oorspronkelijke voeding 220 Volt via een transformator omgezet in 42 Volt en via de besturingskast omgezet in 24 Volt).
Uit de door mij, gerechtsdeurwaarder, gemaakte foto’s blijkt dat via de stroomvoorziening via de 2 blauw/witte stekkers (…) de elektromotoren worden aangedreven. (…) De voornoemde 2 blauw/witte stekkers zijn elk afzonderlijk verbonden met een dunne rode en zwarte elektriciteitsdraad die elk een elektromotor voedt en waardoor het werktuig/track wordt aangedreven c.q. wordt voortbewogen. (…)
Er zijn door mij, gerechtsdeurwaarder geen hydraulische slangen aangetroffen die zouden kunnen duiden op een hydraulische aandrijving dan wel een perslucht aandrijving.”
3.3. Het geschil
in de hoofdzaak in conventie
- Hoffland c.s. veroordeelt om iedere inbreuk op EP 630 zoals verleend, subsidiair zoals beperkt in één van de hulpverzoeken, blijvend te staken, Hoffland c.s. veroordeelt om een door een onafhankelijke registeraccountant gecontroleerde opgave te doen van gegevens met betrekking tot verhandeling van en verrichte handelingen met inbreukmakende inrichtingen, van de daarmee gegenereerde winst en tevens van het aantal inbreukmakende inrichtingen waarover Hoffland c.s. beschikt, Hoffland c.s. veroordeelt tot het op eigen kosten vernietigen van die inrichtingen en voorts om ervoor zorg te dragen dat Jet Set c.s. afschriften van en inzage in diverse stukken verkrijgt, een en ander op straffe van een dwangsom (vorderingen 1 tot en met 5);
- Hoffland c.s. hoofdelijk veroordeelt tot vergoeding van schade nader op te maken bij staat, dan wel tot een nader te bepalen bedrag aan schade of winstafdracht (vordering 6);
- voor recht verklaart dat BIS in strijd heeft gehandeld met de schikkingsregeling en BIS veroordeelt tot betaling van de verbeurde boete(s) (vordering 7);
met hoofdelijke veroordeling van Hoffland c.s. in de kosten van de procedure conform artikel 1019h Rv en met bepaling dat alle uit hoofde van het vonnis te betalen bedragen worden vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding.
4.De beoordeling
EP 630 neergelegde deelkenmerk ‘
voorzien van de middelen om onafhankelijk ten opzichte van de staalplaat voort te bewegen’, meer in het bijzonder het onderdeel ‘
onafhankelijk ten opzichte van de staalplaat voort te bewegen’(hierna het deelkenmerk) in de oorspronkelijke aanvrage is geopenbaard.
independently’ (
independently relative to said steelplate), slechts voorkomt in de volgende zinsnede van de beschrijving: ‘
The cutting device can thus move independently through the oil storage tank’, welke zinsnede in het Nederlands luidt:
‘De snijinrichting kan op deze wijze zelfstandig door de olieopslagtank rijden’(passage (vi) r.o. 2.5.). In het licht van de daaraan voorafgaande passages kan deze zinsnede slechts worden verstaan als ‘onafhankelijk van de pomp die buiten staat opgesteld en onafhankelijk van menselijke aandrijving’, zodat dit geen basis voor het deelkenmerk biedt, aldus Hoffland c.s.
zelfstandig door de olieopslagtank rijden’, ‘het voortbewegen van de snijinrichting’en
‘voor het snijden van staalplaat, in het bijzonder voor het snijden van de bodem en/of de wand van een olieopslagtank’, openbaren aan de vakman het deelkenmerk
‘zelfstandig ten opzichte van de staalplaat voort te bewegen’, waarbij de woorden zelfstandig en onafhankelijk als synoniem zijn te beschouwen. [4] De interpretatie die Hoffland c.s. aan het woord ‘zelfstandig’ in de aanvrage geeft is volgens Jet Set c.s. onjuist: de vakman zal direct begrijpen dat het woord ‘zelfstandig’ ziet op de beweging van de snijinrichting ten opzichte van de staalplaat, in die zin dat de snijinrichting in willekeurige richtingen, los van een geleidingsframe, over of langs de staalplaat in de olieopslagtank kan bewegen. In het kader van de nieuwheid en inventiviteit, waarbij het deelkenmerk als verschilmaatregel is benoemd, heeft Jet Set c.s. dezelfde uitleg verdedigd. Zij heeft toegelicht dat bij de op de prioriteitsdatum reeds bekende systemen voor koudwatersnijden, de ‘nozzle’ (spuitmond) is bevestigd in of op een frame (bijvoorbeeld een balk) dat tegen de staalplaat wordt geplaatst en dat deze systemen inefficiënt zijn omdat de benodigde geleidingsbalk of het frame steeds moet worden verplaatst om een nieuw deel van de staalplaat te kunnen snijden. De inrichting van [A.] lost dit op door de nozzle zelfstandig over de bodem te laten rijden zoals gedefinieerd door conclusie 1. [5]
De snijinrichting kan op deze wijze zelfstandig door de olieopslagtank rijden, eventueel begeleid en bediend door een operator, terwijl de pomp buiten de tank wordt opgesteld’, in het licht van de daaraan voorafgaande passages, niets openbaart over de relatie tussen de snijinrichting en de staalplaat, laat staan dat die passage leert dat de snijinrichting in willekeurige richtingen, los van een geleidingsframe, over of langs de staalplaat kan bewegen, zoals Jet Set c.s. wil. In passages (ii) tot en met (iv) wordt eerst beschreven dat tot dan toe het uitsnijden van plaatdelen gebeurde met snijbranders die in de opslagtank werden gehanteerd door vakmensen, dat dit voor deze vakmensen niet alleen vermoeiend, maar ook in potentie zeer gevaarlijk was en dat er daarom behoefte was aan een systeem voor het snijden van staalplaat dat minder gevaarlijk en/of eenvoudiger en/of goedkoper is. Vervolgens staat in passage (v): “
Daartoe omvat het systeem een hydraulische of pneumatische pomp en een verplaatsbare snijinrichting die is voorzien van een hydraulische of pneumatische motor voor het voortbewegen van de snijinrichting, waarbij de pomp en de motor middels slangen hydraulisch of pneumatisch met elkaar verbonden zijn.”Nu met het woord ‘
Daartoe’ aan het begin van deze passage tot uitdrukking wordt gebracht dat deze passage beoogt aan te sluiten op de daaraan voorafgaande passages en, meer in het bijzonder, een oplossing beoogt te verstrekken voor (een of meer van) de daarin gesignaleerde problemen, kan passage (v) moeilijk anders worden begrepen dan als inhoudend dat de vakmensen niet (langer) het voor hen vermoeiende en potentieel gevaarlijke werk van het voortbewegen van de (brand)snijinrichting hoeven uit te voeren, maar dat dit in de snijinrichting volgens de aanvrage gebeurt door een hydraulische of pneumatische motor. Gelet hierop moet passage (vi) – waarin met de woorden ‘
op deze wijze’ aansluiting wordt gezocht bij passage (v) – worden verstaan als verwijzend naar een snijinrichting die, zonder dat daarvoor menselijke aandrijving nodig is – dus ‘
zelfstandig’ – door de opslagtank kan rijden. Dat neemt niet weg dat, zoals door Hoffland c.s. is aangevoerd, de snijinrichting bij het zelfstandig voortbewegen eventueel door een operator kan worden begeleid en bediend. Een andere mogelijke uitleg van passage (vi) is dat het erom gaat dat de snijinrichting zich los van de pomp kan voortbewegen, waardoor de relatief gevaarlijke pomp buiten de tank kan worden geplaatst.
wordt voortbewogen’) gewijzigd in: ‘
zelfstandig ten opzichte van de staalplaat met een constante snelheid tijdens het spuiten rijdend voort te bewegen’(dan wel
‘wordt voortbewogen’). Ter zitting heeft Jet Set c.s. desgevraagd te kennen gegeven dat het woord ‘rijdend’ het probleem van de toegevoegde materie moet ondervangen. Echter, ook met deze toevoeging verschaft het deelkenmerk nog steeds (technische) informatie over de relatie tussen de snijinrichting en de staalplaat, terwijl de beschrijving in de aanvrage slechts informatie over de relatie tussen de snijinrichting en de vakmensen verschaft. De stelling van Jet Set c.s. dat de betekenis van ‘zelfstandig door de olieopslagtank rijden’ uit passage (vi) identiek is aan het in de hulpverzoeken geformuleerde deelkenmerk [6] , kan in het licht van de aanvrage als geheel dan ook niet worden gevolgd.
track die hydraulische (of door perslucht) wordt voortgedreven’ onjuist is. Met verwijzing naar het proces-verbaal van gerechtsdeurwaarder [gerechtsdeurwaarder 2] (r.o. 2.15.), heeft BIS aangevoerd dat de machine niet wordt voortgedreven door een hydraulische of pneumatische motor, maar door twee elektromotoren. BIS heeft in dit verband ook verwezen naar een rapport van 21 april 2014 van octrooigemachtigde [octrooigemachtigde 2]. Deze heeft naar aanleiding van het door [gerechtsdeurwaarder 1] opgestelde proces-verbaal onder meer gesteld dat de deskundige niet heeft aangegeven op welke grond hij meent te kunnen constateren dat de track door ‘
hydraulische (of door perslucht)’wordt aangedreven en voorts: “Zoals wel duidelijk zichtbaar is op de drie foto’s, is het werktuig voorzien van blauw-witte elektrische stekkers. Indien de deskundige nader onderzoek had gedaan, had hij kunnen constateren dat de elektrisch[e] stekker via rode en zwarte elektriciteitsdraden is verbonden met een motor voor het aandrijven van de rupsbanden.”
16 april 2013 bij voormeld vonnis is afgewezen, zal de rechtbank Hoffland c.s. als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het incident veroordelen.
€ 11.588,71, conform het overzicht in de pleitnota. De rechtbank acht een vergoeding op grond van artikel 1019h Rv toewijsbaar, waarbij zij in aanmerking neemt dat de provisionele vordering in incident II - zoals onweersproken door BIS is gesteld [15] - (mede) een tijdelijk inbreukverbod behelsde. De met specificaties onderbouwde kostenopgave is door Jet Set c.s. niet betwist zodat de rechtbank het gevorderde bedrag zal toewijzen en de kostenveroordeling zoals gevorderd uitvoerbaar bij voorraad zal verklaren.