ECLI:NL:RBDHA:2015:4707
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep inzake aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen 2012
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 april 2015 uitspraak gedaan in een belastingzaak waarbij eiser in beroep ging tegen de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2012. In de bezwaarfase had verweerder, de inspecteur van de Belastingdienst, de aanslag vastgesteld op nihil en was er een teruggaaf verleend van het gehele bedrag aan ingehouden loonheffing. Eiser stelde dat hij door de aanslag in een nadelige positie was gebracht en ging in beroep.
De rechtbank heeft het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelde dat, aangezien de aanslag reeds was verminderd naar nihil en er een teruggaaf was verleend, het beroep eiser niet in een betere positie kon brengen. De rechtbank concludeerde dat er geen belang meer was bij het beroep, waardoor het niet-ontvankelijk werd verklaard. Eiser had ook verzocht om wraking van de rechter, maar dit verzoek werd afgewezen door de meervoudige wrakingskamer.
De uitspraak is gedaan door mr. T.A. de Hek, in aanwezigheid van mr. T. Blauw, griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd, omdat hiervoor geen aanleiding bestond.