Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter van 8 april 2015 in de zaak tussen
[verzoekster],
mede namens haar minderjarige kind
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
Procesverloop
Overwegingen
5.2 In het verweerschrift heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat deze door de Italiaanse autoriteiten gegeven garantie van 9 februari 2015 aangaande gezinnen met kinderen voldoende moet worden geacht. Verweerder merkt in dit kader op dat uit de afgegeven garantie weliswaar niet blijkt in welke opvangvoorziening en waar verzoekster na overdracht zal worden ondergebracht, maar dat de Italiaanse autoriteiten zich wel hebben vastgelegd op het bieden van opvang, dat gezinnen bijeen zullen worden gehouden en dat de faciliteiten van de opvang zullen zijn afgestemd op hun specifieke behoeften. Daarnaast benadrukt verweerder dat pas bij de feitelijke overdracht moet zijn voldaan aan de vereisten uit het Tarakhel-arrest. Teneinde dit te kunnen bewerkstelligen zal verweerder de Italiaanse autoriteiten, in overeenstemming met het bepaalde in de Verordening, zo veel mogelijk op de hoogte stellen van de bijzondere belangen (medische situatie, specifieke kwetsbaarheden) van verzoekster en haar minderjarige kind, zodat Italië de vereiste garanties onmiddellijk voorafgaand aan de overdracht nader kan invullen. Niet op voorhand is gebleken dat de Italiaanse autoriteiten in het geval van verzoekster niet in staat zijn om in overeenstemming met de vereisten uit het Tarakhel-arrest voldoende specifieke garanties te verstrekken. Naar de mening van verweerder heeft verzoekster geen concrete aanknopingspunten aangedragen om te concluderen dat in haar geval op het moment van de feitelijke overdracht dergelijke garanties zullen ontbreken. Bovendien zegt verweerder toe dat op het moment dat (voldoende) garanties, die zien op de specifieke situatie van verzoekster, uitblijven, niet tot overdracht zal worden overgegaan. Tot slot wijst verweerder op de mogelijkheid dat verzoekster desnoods ook rechtsmiddelen kan aanwenden tegen de feitelijke overdracht in het geval zij van mening is dat voldoende garanties ontbreken. Verweerder verwijst naar een uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, van 13 maart 2015 (ECLI:NL:RBDHA:2015:2739) en een uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Utrecht, van 5 februari 2015 (ECLI:NL:RBDHA:2015:1193).
Verweerder heeft desgevraagd aangegeven nog geen reactie te hebben ontvangen van de Italiaanse autoriteiten.
“
The Italian Ministry of Interior hereby guarantees that all the families with minors, upon their transfer to Italy in accordance with the Dublin Regulation, will be kept together and accommodated in a facility in which the reception conditions are adapted to the family and to the age of the children. In order to ensure the best accommodation of the applicants, You are requested to inform us, at least 15 days before the supposed transfer will take place, so that Italy will communicate you the specific accommodation facility for the family group and the airport of arrival. Please, indicate also in your communication that you need the specific guarantees according to the Tarakhel Judgement, by highlighting it in the transmission.”
Voor zover verweerder betoogd heeft dat een dergelijke garantie eerst ten tijde van de overdracht voorhanden dient te zijn, volgt de voorzieningenrechter hem niet. In deze procedure ligt ter beoordeling voor de vraag of de overdracht van verzoekster strijd oplevert met artikel 3 EVRM in verband met haar specifieke kwetsbaarheden. Voor deze beoordeling is doorslaggevend of de Italiaanse autoriteiten, middels het geven van garanties dat verzoekster en haar zoon opvang zullen krijgen in een opvangvoorziening die passend is voor hun situatie, een dergelijke situatie ten aanzien van verzoekster kunnen uitsluiten.