Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter van 5 februari 2015 in de zaak tussen
de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
reception conditions offered to the family’. De Italiaanse autoriteiten vermelden in de brief: ‘
We ensure you that, after the transfer to Italy, this family group will be accomodated in a manner adapted to the age of the children and the family members will be kept together’. Als bijlage bij deze brief is gevoegd een Engelstalig document, waarop is vermeld dat het ziet op de overdracht van verzoekers. Daarin is vermeld dat verzoekers vallen onder het ARCA-project, dat – gelet op de beschrijving in het Italiaans – betrekking heeft op kwetsbare personen die in het kader van de Dublinprocedure aan Italië worden overgedragen. Deze bijlage geeft een beschrijving van zorg op allerlei gebieden, waarop verzoekers een beroep kunnen doen. Hierin is onder meer vermeld
‘collection of documentation and medical screening (…) psychological-psychiatric interventions and planning of individualized path;, medical survey; ongoing social-health assistance’.In de bijlage is tevens het adres gegeven van het
‘reception centre’te Rome.
Gelet op het vorenstaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat de Nederlandse autoriteiten de Italiaanse autoriteiten voldoende hebben geïnformeerd over de kwetsbaarheden van het gezin. Daarop hebben de Italiaanse autoriteiten, op de hoogte zijnde van de specifieke situatie van verzoekers, de onderhavige garanties verstrekt. Tegen deze achtergrond bezien, ziet de voorzieningenrechter geen grond voor het oordeel dat met de verstrekte garanties niet wordt voldaan aan de vereisten uit het arrest Tarakhel. Voor de stelling van verzoekers dat uit het arrest Tarakhel volgt dat verweerder verderstrekkende toezegging van de Italiaanse autoriteiten dient te verkrijgen over de opvang van verzoekers, ziet de voorzieningenrechter geen aanknopingspunten. Dit leidt tot de conclusie dat de feitelijke overdracht aan Italië in dit geval geen schending vormt van artikel 3 van het EVRM.