Uitspraak
Rechtbank den haag
1.[eiser sub 1],
[eiser sub 2],
Rechtbank Den Haag
In een kort geding dat op 1 april 2015 werd behandeld door de voorzieningenrechter in Den Haag, hebben twee eisers, die beiden te maken hebben met het alcoholslotprogramma (ASP), de Staat der Nederlanden en het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) aangeklaagd. De eisers vroegen de rechter om de uitvoering van het ASP te staken in hun gevallen, zodat zij hun rijbewijs terug konden krijgen. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat recente uitspraken van de Hoge Raad en de Raad van State geen basis bieden om de uitvoering van het ASP te stoppen. De voorzieningenrechter stelde vast dat de eisers niet de juiste rechtsmiddelen hadden aangewend tegen de oplegging van het ASP en dat de besluiten van het CBR om het ASP op te leggen formele rechtskracht hadden verkregen. De rechter benadrukte dat de persoonlijke omstandigheden van de eisers, hoewel schrijnend, niet voldoende waren om een uitzondering te maken op het beginsel van formele rechtskracht. De vordering van de eisers werd afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak bevestigde dat de eisers dubbel gestraft waren voor hetzelfde feit, maar dat dit niet leidde tot een heroverweging van de eerder genomen besluiten.