ECLI:NL:RBDHA:2015:2214
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Loonsanctie op grond van de Wet WIA en re-integratie-inspanningen van de werkgever
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 maart 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een uitzendbedrijf (eiseres) en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (verweerder) over een loonsanctie op grond van de Wet WIA. De zaak betreft de vraag of de eerste arbeidsongeschiktheidsdag van de werknemer correct is vastgesteld op 3 oktober 2011 en of de werkgever voldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht. De rechtbank oordeelt dat de werknemer op 3 oktober 2011 arbeidsongeschikt was, maar dat de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht. De rechtbank stelt vast dat de werknemer bij indiensttreding op 5 september 2011 volledig hersteld was gemeld, maar dat hij op 3 oktober 2011 opnieuw uitviel. De rechtbank concludeert dat de werkgever geen deugdelijke grond heeft voor het verzuim en dat de onduidelijkheid over het arbeids- en ziekteverleden van de werknemer voor rekening van de werkgever komt. De rechtbank bevestigt de loonsanctie die door verweerder is opgelegd en verklaart het beroep van de eiseres ongegrond. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van werkgevers bij re-integratie van werknemers met een afstand tot de arbeidsmarkt.