ECLI:NL:RBDHA:2015:16050
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning op basis van huiselijk geweld en zorg voor kind
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 februari 2015 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres, een vrouw van Braziliaanse nationaliteit, tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd op humanitaire gronden. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, omdat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat haar partner, die zich schuldig heeft gemaakt aan huiselijk geweld, niet in staat zou zijn om de zorg voor hun dochter, die de Nederlandse nationaliteit heeft, op zich te nemen. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris ondeugdelijk had gemotiveerd dat de zorg voor het kind aan de partner kon worden toevertrouwd, gezien de ernstige ADHD van de partner en zijn behoefte aan ondersteuning bij zijn dagstructuur en financiën. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet voldoende had aangetoond dat haar dochter afhankelijk was van haar, en dat de weigering van de verblijfsvergunning niet in strijd was met het recht op eerbiediging van het privéleven. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de staatssecretaris op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen. Tevens werd de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres.