ECLI:NL:RBDHA:2015:14426

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 november 2015
Publicatiedatum
14 december 2015
Zaaknummer
AWB - 15 _ 300
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening voorlopige aanslagen inkomstenbelasting en zorgverzekeringswet met betrekking tot voordelen uit hennepteelt

In deze zaak heeft eiser, X, verzocht om herziening van twee voorlopige aanslagen inkomstenbelasting en een voorlopige aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet voor het jaar 2012. De inspecteur heeft het verzoek van eiser om het voordeel uit hennepteelt te laten vervallen afgewezen. Eiser heeft in zijn verzoeken geen feiten of omstandigheden aangedragen die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat de voordelen uit hennepteelt bij de definitieve aanslagen vermoedelijk niet in aanmerking zouden worden genomen. De rechtbank heeft op 3 november 2015 uitspraak gedaan in deze bodemzaak, waarbij het beroep van eiser ongegrond is verklaard.

Het procesverloop begon met de oplegging van de voorlopige aanslagen door verweerder, die eiser op 23 september 2014 gedeeltelijk tegemoetkwam. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarna het onderzoek ter zitting op 11 maart 2015 heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft het onderzoek geschorst en de zaak verwezen naar een meervoudige kamer, waar het onderzoek op 22 september 2015 is voortgezet. Eiser is verschenen met zijn gemachtigde, terwijl verweerder zich liet vertegenwoordigen door twee personen.

De rechtbank heeft overwogen dat verweerder terecht het verzoek van eiser om het voordeel uit hennepteelt te laten vervallen heeft afgewezen. Eiser heeft geen relevante feiten aangedragen die de afwijzing van het verzoek zouden kunnen onderbouwen. De rechtbank heeft daarom het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 15/300

uitspraak van de meervoudige kamer van 3 november 2015 in de zaak tussen

[eiser] , wonende te [plaats] , eiser

(gemachtigde: mr. C.P. Zwaanswijk),
en
[P], verweerder.

Procesverloop

Verweerder heeft aan eiser een voorlopige aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2012 opgelegd. Voorts heeft verweerder aan eiser een voorlopige aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet 2012 opgelegd.
Eiser heeft verweerder verzocht de aanslagen te herzien.
Verweerder is bij brief van 23 september 2014 gedeeltelijk aan het verzoek van eiser tegemoetgekomen.
Eiser heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 maart 2015. Eiser is daarbij verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam 1] . Naar aanleiding van het verhandelde ter zitting heeft de rechtbank het onderzoek ter zitting geschorst en de zaak verwezen naar een meervoudige kamer. Het onderzoek ter zitting heeft daarna plaatsgevonden op 22 september 2015. Eiser is daarbij verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam 2] en [naam 3] .

Overwegingen

Feiten
1. Eiser heeft verzocht om herziening van de hierboven vermelde voorlopige aanslagen. Eiser heeft daarbij aangevoerd dat er geen aanleiding is tot enige bijtelling vanwege voordelen uit hennepteelt.
2. Verweerder is met toepassing van artikel 9.5, eerste lid, van de Wet IB 2001 bij brief van 23 september 2014 gedeeltelijk aan de verzoeken van eiser tegemoetgekomen en heeft daarbij aangegeven de correctie voordelen uit hennepteelt te zullen verminderen tot € 14.202.

Geschil3. In geschil is of verweerder terecht het verzoek van eiser om het in de aanslag begrepen voordeel uit hennepteelt te laten vervallen, heeft afgewezen.

Beoordeling van het geschil
4. Eiser heeft tegen de beslissing van verweerder van 23 september 2014 geen bezwaarschrift ingediend, maar heeft daartegen rechtstreeks beroep ingesteld bij de rechtbank. Partijen hebben ingestemd met een inhoudelijke behandeling door de rechtbank van het beroep met toepassing van artikel 7:1a Algemene wet bestuursrecht.
5. Op grond van artikel 9.5, eerste lid, van de Wet IB 2001 wordt een voorlopige aanslag door de inspecteur op verzoek herzien voor zover die voorlopige aanslag op een ander bedrag is vastgesteld dan het bedrag waarop de aanslag, na verrekening van voorheffingen en reeds opgelegde voorlopige aanslagen, vermoedelijk zal worden vastgesteld.
6. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder bij zijn beslissing van
23 september 2014 terecht het verzoek van eiser afgewezen om het voordeel uit hennepteelt te laten vervallen en de voorlopige aanslagen in zoverre te herzien. Eiser heeft in zijn verzoeken geen feiten en omstandigheden aangedragen op grond waarvan zou kunnen worden geconcludeerd dat de voordelen uit hennepteelt bij de (definitieve) aanslagen vermoedelijk niet in aanmerking zouden worden genomen. Gelet hierop zal de rechtbank het beroep ongegrond verklaren.
Proceskosten
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr.dr. N. Djebali, voorzitter, en mr. R.C.H.M. Lips en
mr. T.A. de Hek, leden, in aanwezigheid van mr. S.R.M. Dekker, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 november 2015.
griffier voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na verzending hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag (belastingkamer), Postbus 20021,
2500 EA Den Haag.